Na maanden van steeds hoger oplopende spanningen en dreigementen lijkt het regime in Noord-Korea eindelijk bereid om weer plaats te nemen aan de onderhandelingstafel. Hoewel Pyongyang dit zelf niet op deze wijze aankondigt en nog altijd de rol van boze, benadeelde partij in het inter-Koreaanse conflict blijft spelen, komen er sinds de afgelopen dagen tekenen uit het communistische land die mogelijk duiden op een einde van het eerdere wapengekletter.
Nadat Noord-Korea in december vorig jaar een langeafstandsraket testte, reageerden de Verenigde Naties met het opleggen van nieuwe sancties. Noord-Korea interpreteerde dit als een flagrante schending van haar soevereiniteit en reageerde door in februari dit jaar een kernproef uit te voeren. Dit keurde de internationale gemeenschap, inclusief bondgenoot China, in nog strengere bewoordingen af. Opnieuw volgden sancties, zij het dit keer veel zwaardere.
Hierna volgde een lange periode van spanning op het Koreaanse schiereiland, waarbij door beide zijden zeer ernstige dreigementen geuit werden. Noord-Korea dreigde met nucleaire aanvallen, nieuwe nucleaire tests, het veranderen van de Zuid-Koreaanse hoofdstad in een “vlammenzee” en het opnieuw in gebruik nemen van de in 2007 gesloten kernreactor Yongbyon. Het land zegde de wapenstilstand van 1953 (voor de zesde keer) op, veroordeelde een Koreaans-Amerikaanse missionaris tot vijftien jaar dwangarbeid, verbrak alle communicatie met het zuiden, testte zes korteafstandsraketten in drie dagen en trok zich terug uit de Kaesong Industriële Zone, een van de laatste samenwerkingsverbanden met Zuid-Korea. Zuid-Korea en de VS dreigden Noord-Korea met precisiebombardementen, simuleerden een militaire invasie van Noord-Korea vlak voor haar grens en lieten nucleaire vliegtuigen en marineschepen langs de grens van Noord-Korea oefenen.
Deze dynamiek van dreigementen is uitgebreid door de media belicht. De laatste tijd leek Noord-Korea haar oorlogsretoriek gestaakt te hebben, hoewel er van toenadering of onderhandeling nog geen sprake was. Daar lijkt nu verandering in te zijn gekomen.
Twee weken geleden verraste Noord-Korea door Choe Ryong-hae, een van de hoogstgeplaatste leden van het regime, naar China te sturen. Hier sprak hij het met meerdere Chinese politici, waaronder president Xi Jinping, die hij een handgeschreven brief van Kim Jong-un overhandigde. China had fel op de Noord-Koreaanse kernproef en dreigementen gereageerd door het aanscherpen van grenscontroles, het steunen van de VN-sancties en het opvoeren van diplomatieke druk. Ook sloot het de bankrekening van Noord-Korea’s Foreign Trade Bank in China, wat ernstige consequenties zal hebben voor het betalingsverkeer van Noord-Korea met het buitenland en Noord-Korea’s toegang tot harde buitenlandse valuta.
Tijdens dit bezoek stelde Choe dat Noord-Korea bereid was om weer aan de onderhandelingstafel plaats te nemen. Ze zouden zelfs bereid zijn het Zeslandenoverleg te hervatten. Deze diplomatieke structuur werd in 2003 in het leven geroepen om te spreken over een vreedzame ontmanteling van Noord-Korea’s nucleaire programma. Dit overleg, waaraan Noord- en Zuid-Korea, de VS, China, Japan en Rusland deelnemen, ligt al sinds 2009 stil. Dat jaar trok Noord-Korea zich terug uit het overleg en voerde hierna nog twee kernproeven uit. Het feit dat Noord-Korea bereid is om weer deel te nemen aan dit Zeslandenoverleg geeft aan dat het land weer openstaat voor een meer vreedzame onderhandelingsstrategie.
Deze belangrijke stap is echter niet het enige teken dat Noord-Korea weer bereid is om overleggen. Er gaan geruchten dat Kim Jong-un in september China wil bezoeken. Dit zou de vriendschap tussen beide landen opnieuw moeten versterken. Op 2 juni noemden de Noord-Koreaanse staatsmedia de vriendschap tussen Noord-Korea en China “onbreekbaar”. Enkele weken geleden bracht een adviseur van de Japanse premier Shinzo Abe nog een bezoek aan Noord-Korea, waar hij met Noord-Koreaanse politici sprak. Er werd door zowel Noord-Korea als door Japan geen informatie vrijgegeven over wat er besproken was, maar het bezoek is op zichzelf al bijzonder. De relaties tussen Japan en Noord-Korea zijn bijzonder slecht geweest sinds Noord-Korea in de jaren ’70 en ’80 enkele Japanse burgers ontvoerde. De twee landen onderhouden officieel geen diplomatieke relaties.
Noord-Korea zou twee weken geleden hebben aangeboden om met Zuid-Koreaanse managers te overleggen om de Kaesong Industriële Regio te heropenen. Dit werd afgelopen donderdag zelfs uitgebreid. Noord- en Zuid-Korea zijn overeen gekomen om op het ministerniveau te overleggen over het heropenen van Kaesong, de toeristische regio bij de Kumgangberg en het organiseren van familiereünies. Het is voor de eerste keer in jaren dat officiële gesprekken tussen Pyongyang en Seoel plaats zullen vinden. Ook bood Pyongyang Zuid-Korea aan om samen het jubileum van een gezamenlijke economische overeenkomst uit juni 2000 te vieren. Ten slotte liet Noord-Korea op 29 mei weten eindelijk een vredesverdrag te willen sluiten voor de Koreaanse Oorlog (1950 – 1953). Deze oorlog eindigde in een wapenstilstand, maar omdat er nooit een vredesverdrag werd gesloten, verkeren Noord- en Zuid-Korea officieel nog altijd in oorlog.
Deze serie van gebeurtenissen en signalen, die vooral de afgelopen twee weken hebben plaatsgevonden, geven aan dat Noord-Korea de strategie van dreigementen voorlopig achter zich heeft gelaten en aan een diplomatiek charmeoffensief is begonnen. Hoewel het nog te vroeg is om te zeggen waar dit toe zal leiden, stemt het hoopvol dat het land zich zo actief inzet voor vreedzame onderhandelingen.