Kranten gefopt over Noord-Koreaanse executie

Het verhaal dat de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un zijn machtige oom aan 120 honden had gevoerd verspreidde zich de afgelopen dagen als lopend vuur door de Nederlandse en internationale media. Nu blijkt de bron hiervoor waarschijnlijk een satirische komiek te zijn.

Kims oom Jang Song-thaek was te machtig geworden en beraamde een staatsgreep. Om deze reden werd Jang met vijf collega’s naakt in een kooi gegooid. Hierna werden 120 hongerige honden losgelaten. Zij aten de zes veroordeelden in een uur op.

Dit bericht of delen hiervan werden door talloze media overgenomen. Het AD, De Morgen en De Tijd en de websites van de Volkskrant, Elsevier en Fox News berichtten het nieuws. Wel meldden allen dat onzeker was of het verhaal waar was. De kranten beriepen zich op een artikel van de Singaporese krant The Straits Times. Die krant baseerde zich weer op een Chinees artikel van de Hong Kongse krant Wen Wei Po.

Kim Jong-un met zijn oom, Jang Song-thaek

Nu blijkt dat het verhaal een discutabele oorsprong heeft. Het verhaal verscheen voor het eerst op 11 december op Weibo, de Chinese versie van Twitter. Auteur: een imitator van de komiek Choi Seong-ho. Choi plaatst patriottische Noord-Koreaanse leuzen en verheerlijkt de leiders van de stalinistische dictatuur. Dit is echter geen oprechte bewondering, maar satire om de heroïsche zelfverheerlijking van het Noord-Koreaanse regime belachelijk te maken. Veel Chinese copycats imiteren Choi en de auteur van het hondenverhaal is er waarschijnlijk één van.

Wen Wei Po snapte de grap blijkbaar niet en nam het verhaal letterlijk over. De krant heeft een reputatie voor onbetrouwbaar nieuws.

Noord-Korea is een gesloten dictatuur waar nauwelijks journalisten worden toegelaten. Sensationele verhalen over Noord-Korea gebaseerd op schimmige bronnen steken vaker de kop op. Veel hiervan is onmogelijk te verifiëren en blijkt later onwaar te zijn.

Veel media hebben het bericht inmiddels van hun website verwijderd.

 

Een eerdere versie van dit artikel verscheen in de Volkskrant van 7 januari 2014.