Een enorme constructie in de vorm van een kerstboom die Zuid-Korea bij de grens met het communistische Noorden had geplaatst is door Seoul weggehaald. Dat heeft het Zuid-Koreaanse ministerie van defensie woensdag laten weten. Het 18 meter hoge gevaarte, dat door Noord-Korea werd gezien als propagandamiddel, zou na 43 jaar trouwe dienst onveilig zijn geworden vanwege instortingsgevaar.
De toren werd afgelopen week al afgebroken en wordt ook niet meer opgebouwd. In plaats daarvan wordt er volgens het ministerie een park aangelegd op de locatie, slechts drie kilometer van de grens. De ‘kerstboom’ was hoog genoeg om aan de Noord-Koreaanse zijde van de grens gezien te kunnen worden. Pyongyang heeft in het verleden meerdere malen gedreigd het object kapot te schieten.
De toren werd al sinds 2004 niet meer verlicht in een poging de betrekkingen met Noord-Korea te verbeteren. In 2010 en 2012 werd de boom echter wel weer aangestoken, als reactie op provocaties van Pyongyang. In 2010 voerde Noord-Korea een twee aanvallen uit waarbij vijftig Zuid-Koreanen om het leven kwamen. Twee jaar later testte het communistische land een langeafstandsraket.
Het nieuws over het afbreken van de toren komt drie dagen nadat troepen vanuit Zuid- en Noord-Korea geweervuur uitwisselden over de grens. Het was het tweede schietincident in nog geen tien dagen tijd. Er vielen aan beide zijden geen gewonden.
Het Zuid-Koreaanse ministerie van defensie ontkent dat de kerstboom is weggehaald in een poging om toenadering te zoeken tot Pyongyang. Onlangs deed een ongekend hoge Noord-Koreaanse delegatie Zuid-Korea nog aan voor overleg. Hierna volgden gesprekken tussen militaire hoogwaardigheidsbekleders.
Noord-Korea prijkt al jaren bovenaan het lijstje van landen die de meeste christenen vervolgen. Religie wordt gezien als bedreiging voor de propagandacultus rondom leider Kim Jong-un. De afgelopen jaren zijn meerdere mensen in Noord-Korea gearresteerd bij pogingen het evangelie te verspreiden. Een van hen, de Amerikaan Jeffrey Fowle, werd dinsdag vrijgelaten.
Een eerdere versie van dit artikel werd op 22 oktober 2014 gepubliceerd door het Nederlands Dagblad.