Het kwam dinsdag als een verrassing: Noord-Korea is bereid met de Verenigde Staten te onderhandelen over ‘denuclearisering’, de ontmanteling van het omstreden kernwapenprogramma. Dat terwijl Pyongyang het opgeven van haar nucleaire wapens de afgelopen jaren consequent ‘ononderhandelbaar’ noemde. Wel zei Noord-Korea hier alleen heil in te zien als de veiligheid van het regime van Kim Jong-un gegarandeerd wordt en militaire dreigingen tegen het land verdwijnen.
Dat meldde een Zuid-Koreaanse delegatie na terugkeer van een tweedaags bezoek aan Noord-Korea, het eerste in zijn soort sinds het aantreden van Kim Jong-un in 2011. Daar werd verder afgesproken om een top te houden tussen Kim en de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in, de eerste ontmoeting op staatshoofdniveau sinds 2007. Ook komt er een speciale hotline tussen de kantoren van beide leiders. Noord-Korea bevestigde dat de Zuid-Koreaanse delegatie is langs geweest, maar heeft nog niet inhoudelijk over de besprekingen bericht.
De Verenigde Staten reageerden dinsdag sceptisch. De Noord-Koreanen trachtten afgelopen maanden een wig te drijven tussen bondgenoten VS en Zuid-Korea, door de eerste om de oren te slaan met dreigementen en raketproeven en de tweede juist te overladen met beloftes om de banden aan te halen.
‘Valse hoop’
>De Amerikaanse president Donald Trump sprak dinsdag op Twitter van een mogelijk „serieuze poging” om tot een vergelijk te komen, maar voegde hier direct aan toe dat het ook „valse hoop” kan wekken. „De Verenigde Staten zijn bereid om hard te gaan in beide richtingen”, aldus Trump, die hiermee vermoedelijk doelt op het opvoeren van diplomatie dan wel verdere economische en politieke druk, die mogelijk kan uitmonden in militair optreden.
Het is dan ook twijfelachtig dat de Noord-Koreanen werkelijk hun kernwapens zullen opgeven. Afgelopen decennium zette het land juist het gros van zijn beperkte middelen in om kernwapens en langeafstandsraketten te ontwikkelen. Dit slokte niet alleen een enorm deel van het krappe staatsbudget op, het leverde Pyongyang ook tal van economische sancties op en de reputatie van internationale paria. Sinds de Amerikaanse invasie in Irak, die resulteerde in de afzetting van Saddam Hoessein, is het Noord-Koreaanse bewind als de dood dat zij het volgende slachtoffer van een Amerikaanse militaire interventie wordt.
Sinds januari heeft Pyongyang de trukendoos richting Zuid-Korea flink opengetrokken. Noord-Korea nam deel aan de Winterspelen in Pyeongchang en herstelde twee hotlines tussen de Korea’s.
Dat Noord-Koreaanse charmeoffensief richting Zuid-Korea werd pas gelanceerd nádat Pyongyang in november bewees dat zij nu het gehele Amerikaanse vasteland kan treffen met raketten – die mogelijk kunnen worden uitgerust met kernkoppen. Voor die tijd deed de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in tal van verwoede pogingen om overleg te organiseren met Noord-Korea, maar kreeg daarbij steeds nul op het rekest.
De veiligheidsgarantie die Pyongyang eist is op zich niet onredelijk, maar wekt wel direct wantrouwen over hoe serieus Noord-Korea is. Mogelijk stelt Kim Jong-un de VS onmogelijke eisen, zoals het terugtrekken van de circa 28.500 Amerikaanse militairen uit Zuid-Korea of het staken van gezamenlijke militaire oefeningen van Seoul en Washington. Als Trump die voorstellen van de hand wijst, kan Noord-Korea zich als de gebeten hond opstellen en zich weer vastklampen aan zijn kernwapens, die in staatsmedia koosnaampjes hebben als „het heilige zwaard der gerechtigheid”.
De Amerikanen eisen van Pyongyang toezeggingen het kernwapenprogramma te ontmantelen voor zij in gesprek willen gaan. Wellicht belooft Kim denuclearisering slechts om een overleg met de VS af te dwingen. Daarin zal Noord-Korea mogelijk aansturen op verlichting van de sancties en economische hulp. Maar dat Pyongyang daar zijn kernwapens voor inruilt, lijkt een brug te ver.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 6 maart bij NRC