Luxe Mercedessen vanuit Rotterdamse haven naar Kim Jong-un verscheept

Zeker twee Mercedes-luxemodellen van de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un zijn verscheept vanuit de haven van Rotterdam. Dat blijkt uit onderzoek van het Amerikaanse Center for Advanced Defense Studies. Uit het onderzoeksrapport blijkt ook dat zeker negentig landen luxegoederen naar Noord-Korea hebben geëxporteerd, veel meer dan tot nu toe werd aangenomen.

De uit Rotterdam vervoerde luxeauto’s betreffen een Maybach S62 en een Maybach S600 Pullman Guard, respectievelijk een half miljoen en 1,6 miljoen dollar in waarde. De wagens werden in juni 2018 op een containerschip geladen, dat koers zette naar het Chinese Dalian. Dat bleek echter niet het eindstation: via een reeks havens in Zuid-Korea, Japan en Rusland eindigden de auto’s uiteindelijk in Noord-Korea.

De containers werden geëxporteerd door Slavenburg & Huyser, een in Rotterdam gevestigde rederij-agent en expediteur. De vracht werd „destijds te goeder trouw geëxporteerd in de hoedanigheid van expediteur via de Chinese rederij Cosco vanaf Rotterdam naar Dalian, alwaar onze verantwoordelijkheid en zicht op de containers stopte”, zo liet directeur Leo Poot donderdag tegenover NRC weten. „Wij wisten niet dat de containers uiteindelijk naar Noord-Korea zouden gaan. Als wij dat van tevoren hadden geweten, hadden we de opdracht nooit geaccepteerd.”

Eerder liet Daimler, producent van de auto’s, weten geen idee te hebben hoe Kim Jong-un aan hun producten is gekomen. ,,Voor Daimler is de correcte uitvoer van producten in overeenstemming met de wet een fundamenteel principe van verantwoorde bedrijfsvoering”. Eerder dit jaar werd in de Rotterdamse haven een lading met 90.000 flessen wodka bedoeld voor het Noord-Koreaanse regime onderschept.

Na aankomst in het Chinese Dalian voer het schip met de Mercedessen door naar het Japanse Osaka en vervolgens naar het Zuid-Koreaanse Busan. In die havens werden de containers niet geopend voor inspectie. In Busan werd de vracht geladen op het schip DN5505, dat op 1 oktober 2018 uit de haven vertrok richting de haven van Nachodka aan de Russische oostkust, op een steenworp van Vladivostok. Het vaartuig zou naar schatting op 5 oktober op de plaats van bestemming arriveren.

Nog voor het schip Zuid-Koreaanse wateren verlaten had, werd de AIS-transponder aan boord uitgeschakeld. Dit apparaat zendt met een ultrakortegolfsignaal de locatie, snelheid en identiteit van het schip uit, waardoor het via de satelliet gevolgd kan worden. Achttien dagen lang was de DN5505 van de radar. Toen de transponder op 19 oktober weer aanging, voer het schip weer in de buurt van Busan. De auto’s waren inmiddels van boord, het schip vervoerde nu een vracht antraciet.

Ondertussen arriveerden in de periode dat het schip de sensor uit had staan drie Noord-Koreaanse vrachtvliegtuigen in het Russische Vladivostok. De toestellen vervoeren vaker de auto’s van Kim Jong-un tijdens buitenlandse staatsbezoeken, maar doen normaal nooit Vladivostok aan. Aangenomen wordt dat de auto’s vanuit het Russische Verre Oosten naar Pyongyang zijn gevlogen. Drie maanden later werd Kim Jong-un voor het eerst gespot in de Maybach S600.

De DN5505 voer onder de vlag van Togo, maar is eigendom van een bedrijf gevestigd op de Marshalleilanden, met een Russische directeur en een Chinese veiligheidsmanager. Het inzetten van verschillende nationale jurisdicties bij vrachtvervoer is een klassieke tactiek om exportembargo’s te omzeilen.
Het is sinds oktober 2006 verboden om luxegoederen naar Noord-Korea te exporteren. Die maand voerde het communistische land zijn eerste kernproef uit. Ondanks de vele sancties exporteerden tussen 2015 en 2017 zeker negentig landen luxeproducten naar Noord-Korea.

In de dertien daaropvolgende jaren volgden meer sanctiepakketten, met name in 2017. Dat jaar testte het communistische land een waterstofbom en meerdere intercontinentale raketten. Hoewel Kim Jong-un sindsdien meerdere tops heeft gehad met staatshoofden uit de VS, China, Zuid-Korea en Rusland en heeft beloofd toe te werken naar ,,denuclearisering van het Koreaanse schiereiland” zijn de VN-sancties tegen zijn land nog altijd van kracht.

Een eerdere, kortere versie van dit artikel verscheen op 17 juli 2019 in NRC Handelsblad en op nrc.nl .

Necrologie Eric Talmadge (1962 – 2019)

In Noord-Korea rijden zo weinig auto’s dat wanneer er eens eentje langs zoeft politieagenten en militairen in de houding schieten en het voertuig salueren. In zo’n luxetransportmiddel moet immers wel een hoge pief zitten. In de zes jaar dat journalist Eric Talmadge door het land reed, werd hij door tal van soldaten gesalueerd. Als Amerikaan nog wel, in Noord-Korea staatsvijand nummer één, ze moesten eens weten. Vorige maand overleed Talmadge op 57-jarige leeftijd in Tokio aan een hartaanval.

Dergelijke reportages waren tekenend voor Talmadge, de enige westerse journalist die semi-permanent verslag deed vanuit Noord-Korea. De Amerikaan nam in 2013 de leiding over van het hoofdkantoor van persbureau AP in Pyongyang, tot voor kort het enige westerse medium met een bureau in Noord-Korea. Direct was Talmadge duidelijk wat hem te doen stond: niet zozeer kernproeven en propaganda analyseren, maar zijn aanwezigheid in het communistische land gebruiken om de levens, gedachten en verlangens van gewone Noord-Koreanen te tonen.

Met die missie wist Talmadge vermoedelijk meer mensen te bereiken via zijn fotokanaal op Instagram dan met zijn gedetailleerde reportages voor AP. De journalist plaatste beelden van burgers die aan het strand mosselen bakten op brandende benzine, van fabrieken voor zeep en kimchi in Pyongyang en van kapperszaken en ontharingssalons. Talmadge berichtte ook graag over het eten dat hij aantrof in het land, van Koreaanse pannenkoek en lokale vissoep tot junk food en – jawel –hondenvlees. Zijn populairste video, met meer dan een miljoen weergaven, toont hoe Noord-Koreanen reizen via de diepste metrolijn ter wereld. Het gewone leven dus. Uiteraard ook veel foto’s van marcherende militairen en van mensenmassa’s voor standbeelden van de Kim-dynastie: het politieke is nu eenmaal óók persoonlijk in Noord-Korea.

Dit bericht bekijken op Instagram

People-watching in the Pyongyang subway

Een bericht dat is gedeeld door @ erictalmadge op

Het gewone Noord-Koreaanse leven maakt ook de hoofdmoot uit van Talmadges geschreven werk, dat zich kenmerkt door droge humor. Zo schreef hij een reportage over een winkelcentrum waarin naast grote flatscreens struisvogelhuid, “neo-Viagra” en energy drink werden verkocht. Hij bezocht een worstenfabriek en ’s wereld grootste nooit in gebruik genomen gebouw (een hotel van 105 verdiepingen). Ook omschreef hij kleine culturele veranderingen, zoals de opkomst van een Noord-Koreaanse “K-popband” en de populariteit van hippe sneakers.

Soms bleek Talmadges aanwezigheid in Noord-Korea zelfs contraproductief voor berichtgeving over actuele ontwikkelingen. Toen het Koryo-hotel in Pyongyang in brand vloog zweeg AP in alle talen, terwijl concurrent Reuters wél actueel nieuws over de brand had en zelfs toeristen in Noord-Korea wist te spreken. In 2014 stortte een appartementencomplex in Pyongyang in, waarbij tientallen mensen om het leven kwamen. AP berichtte erover vanuit Seoul, terwijl het Noord-Koreaanse AP-filiaal op enkele minuten rijden van de plek des onheils lag. Talmadge verklaarde dat hij op het moment van het ongeluk niet in Pyongyang was en dat toen hij terugkwam niemand hem over de instorting vertelde.

De keuze van AP om een kantoor in Pyongyang te openen is de afgelopen jaren niet zonder kritiek gebleven. Zo stelde de specialistische website NKNews dat AP vanuit Pyongyang bewust vrijwel niet bericht over Kim Jong-un, dat de Noord-Koreanen waarmee AP werkt worden aangeleverd door de staat en dat exclusieve interviews met Amerikaanse politieke gevangenen niet gepubliceerd werden – om het regime niet tegen de schenen te schoppen. AP reageerde dat ze inderdaad werken met Noord-Koreaanse ‘journalisten’, aangezien dit verplicht is in het land. Het persbureau ontkent echter staatspropaganda of andere feitelijke onjuistheden te hebben bericht vanuit Pyongyang. Talmadge merkte verder op dat hij vrij kon opschrijven wat hij wilde en dat geen enkel artikel van hem ooit gescreend was door een censor.

Talmadge werd in 1962 geboren in Renton, een voorstad van Seattle. Als scholier ging hij op uitwisseling naar Japan, waar hij zich na zijn afstuderen als journalist in de jaren tachtig zou vestigen. Vóór zijn AP-tijd schreef hij voor Japanse media over Noord-Korea, en duidde hij voor Japanse tv-zenders ontwikkelingen in het land. Talmadge was een fervent bowler en wist op reportages op de meest afgelegen plekken in Azië nog een bowlingbaan te vinden. De journalist hield zich verder bezig met mediteren, hardlopen, zwemmen en fietsen. Het was hem niet toegestaan zich onafgebroken in Pyongyang te vestigen. Elke maand reisde Talmadge vanuit Japan naar Noord-Korea en bleef hij daar tien dagen – of zo lang als het bewind het hem toestond.

Talmadge hekelde mensen die een eenzijdig beeld schetsten van Noord-Korea. “Denk nooit dat je Noord-Korea werkelijk begrijpt”, zei hij tegen een collega. “Het heeft meer hoeken dan alle plekken waar ik ooit geweest ben.” In het gesloten land behield Talmadge zijn journalistieke nieuwsgierigheid, die hem ertoe dreef om altijd toegang proberen te krijgen tot nieuwe locaties – zelfs als hij al honderd keer nul op het rekest had gehad. “Ik ben er verrast en op zekere manier gerustgesteld, om te zien hoe gewone Noord-Koreanen geven om dezelfde zaken als iedereen: hun familie, hun financiën, hun gezondheid en hun vrienden”, zei hij in 2015.

Het werken in Noord-Korea beïnvloedde ook hoe Talmadge zijn thuissituatie in Japan waardeerde. “Elke keer […] denk ik dan: ik kan overal heengaan waar ik wil”, aldus de journalist. “Dat zie ik al niet meer als vanzelfsprekend”.

Collega Justin McCurry, correspondent van The Guardian in Japan, schreef dat journalisten die Noord-Korea vanuit andere delen van Oost-Azië coveren, Talmadge veel verschuldigd zijn. Hij slaagde er volgens McCurry in ondanks „de beperkingen waaronder hij moest werken” om gewone Noord-Koreanen tot leven te wekken en het land een menselijk gezicht te geven. „Daarvoor zal ik hem altijd dankbaar zijn.”

Dit bericht bekijken op Instagram

Eric Talmadge, who succeeded me as AP’s bureau chief in charge of Pyongyang, would want you to remember him this way: as a bowling champ in a customized bowling shirt. . As foreign correspondents, we try to create “home” wherever we go, and there are crazy stories about what journalists bring with them; one of my predecessors as AP Seoul bureau chief (the late great Reid Miller) brought a grand piano while another (Chris Torchia) brought a ping pong table. (He would want you to know it’s called table tennis) . While we couldn’t bring grand pianos or ping pong tables to Pyongyang, I made my staff go ice skating as a way to “escape” from the pressures of life in North Korea. Eric’s thing was bowling. No matter where we were assigned — Guanghzhou, China, covering the Asian Games; Tokyo, covering the Fukushima fallout; Seoul, where he was sent to help me cover the sinking of the Cheonan warship, and North Korea, where I brought him to succeed me in running a tough operation — he made us go bowling. Sometimes, he even showed up with his own customized ball, shoes and shirt. . Here’s what I wrote in my letter to the North Koreans in requesting a visa to bring him with me in 2013: “Eric is a veteran correspondent who was born in the United States but has lived in Japan most of his life. I think you will find that in many ways, he is more Asian than American. He is interested in writing about sports and will help us with our Korean War coverage. And as David may have told you, he is a very avid bowler so I hope we can arrange some bowling excursions during his visit. I would like to bring him for one week and will send you the exact dates later today.” . Eric died of a heart attack at age 57 earlier today in Tokyo, where he was based. There aren’t many people suited to do what we did in North Korea. #NorthKorea was the culmination of his long career as a veteran foreign correspondent, a grueling assignment that he carried out with patience and stoicism. . We spent a lot of time in bowling alleys during our time reporting together over a decade long span. I’d like to think he’s scoring a few strikes right now in the Gold Lane of the afterlife.

Een bericht gedeeld door Jean Lee (@newsjean) op

Jean H. Lee, de eerste AP-chef in Pyongyang, postte na diens overlijden een foto van Talmadge, buiten de bowlingbaan van Pyongyang. “Dit is hoe hij graag herinnerd zou willen worden. […] Ik hoop dat hij nu strikes scoort in de Gold Lane van het hiernamaals.”

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 1 juni 2019 bij NRC

Noord-Koreaanse vrouw is in China handelswaar

Tienduizenden Noord-Koreaanse vrouwen worden in China als seksslavin of bruid verhandeld. Een kleiner deel eindigt voor een webcam om gedwongen seksuele handelingen uit te voeren. Dat blijkt uit een deze maand verschenen rapport van onderzoeksgroep Korea Future Initiative (KFI).

Voor het RD schreef ik een artikel over deze wanpraktijken, hier te lezen:

Noord-Koreaanse vrouw is in China handelswaar

Noord-Korea nodig Chinese president Xi Jinping uit

Ik sprak bij het programma Fris! op NPO Radio 1 over de uitnodiging van Pyongyang aan de Chinese president Xi Jinping om Noord-Korea te bezoeken. Dit zou het eerste staatsbezoek van een Chinees staatshoofd aan Noord-Korea zijn sinds 2005. Nadat Pyongyang in 2006 een kernwapen testte lieten Chinese presidenten zich niet meer zien.

Luister hier het fragment terug.

Noord-Koreaan klaagt Nederlands bedrijf aan om uitbuiting in Polen

Een Noord-Koreaanse arbeider heeft een Nederlands scheepsbouwbedrijf aangeklaagd voor het profiteren van jarenlange zware, vrijwel geheel onbetaalde arbeid die de Noord-Koreaan moest verrichten op een Poolse werf. Volgens de arbeider, die werkdagen van 12 uur of langer moest maken onder onveilige omstandigheden, wist het Nederlandse bedrijf dat er Noord-Koreanen werden uitgebuit op de werf Crist S.A., maar bleef het daarmee zaken doen.

Advocatenkantoor Prakken d’Oliveira heeft maandag aangifte gedaan van ‘opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van een ander’, wat strafbaar is volgens Nederlandse mensenhandelwetgeving (artikel 273f, lid 1, sub 6).

Het OM heeft nog niet laten weten of het tot vervolging overgaat. Het kantoor wil niet zeggen tegen welk bedrijf de zaak is aangespannen. ,,We willen het Openbaar Ministerie niet voor de voeten lopen”, zegt advocaat Barbara van Straaten aan de telefoon.

Er zijn aanwijzingen dat het om Damen gaat. Op de scheepslijst van Crist is Damen Maaskant Shipyards Stellendam het enige Nederlandse bedrijf dat na 2003 materialen heeft afgenomen bij de werf. Een woordvoerder van het bedrijf zegt niet van een aangifte op de hoogte te zijn.

De Zuid-Hollandse onderneming nam voor het laatst in 2014 drie schepen af bij Crist. Damen gaf eerder toe in het verleden met Noord-Koreanen te hebben gewerkt, maar zegt hier inmiddels mee te zijn gestopt. Op andere Poolse werven verrichten Noord-Koreanen bouw- en herstelwerkzaamheden voor meer Nederlandse bedrijven.

Naar schatting 150.000 Noord-Koreaanse arbeiders werken in het buitenland, waar zij continu in de gaten gehouden worden door agenten van de Noord-Koreaanse staat. Het grootste deel van hen bevindt zich in China, Rusland en het Midden-Oosten. Bijna altijd moeten de arbeiders vrijwel hun gehele loon afstaan aan Pyongyang, dat de export van staatsburgers gebruikt om aan harde valuta te komen.

De arbeiders krijgen vaak geen pauze, nauwelijks verlof en moeten ook in het buitenland verplicht propaganda-onderricht volgen. VN-sancties dicteren dat uiterlijk in december 2019 alle Noord-Koreaanse arbeiders teruggestuurd moeten zijn naar hun thuisland.

Bedrijven kiezen vaak voor het inhuren van Noord-Koreanen omdat zij zo goedkoop zijn. ,,Veel goedkoper dan wanneer je je zou houden aan het arbeidsrecht dat in de EU is afgesproken”, zegt van Straaten. Dat de naam van de arbeider anoniem is gehouden, is geen overdreven voorzichtigheid. Noord-Koreanen die vluchten en uit de school klappen over misstanden die het regime van Kim Jong-un begaan, worden geregeld bedreigd en geïntimideerd. Vaak dreigt Pyongyang hun achtergebleven familieleden te straffen als ze niet zwijgen en terugkeren naar Noord-Korea.

Ook de Noord-Koreaanse arbeider blijft uit veiligheidsoverwegingen anoniem. Het is niet bekend waar hij momenteel verblijft en in welke jaren hij in Polen werkzaam was.

Op de werf van Crist werkten tientallen Noord-Koreanen. Prakken d’Oliveira wijst erop dat er eerder signalen waren dat er sprake was van dwangarbeid op de werf.

Prakken d’Oliveira beticht de scheepsbouwer niet van uitbuiting maar wel van het financieel profiteren daarvan – ook strafbaar. ,,Onze cliënt stelt op basis van wat hij daar heeft opgemerkt en hoe de boel georganiseerd was op de werf dat het bedrijf wist van de uitbuiting”, aldus Van Straaten. Ook wijst ze erop dat er eerder sterke signalen waren dat er sprake was van dwangarbeid bij Noord-Koreanen op de werf. “Als je dan niet laat uitzoeken wat er gebeurd is, heb je niet voldaan aan je onderzoeksplicht”, zegt Van Straaten.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 8 november in nrc.next en NRC Handelsblad.

Seksueel geweld door machtige mannen in Noord-Korea aan orde van de dag

Toen de Noord-Koreaanse Kim Eun-a aangerand werd door een politieagent en advocaat, kwam het niet in haar op om aangifte te doen, omdat dergelijke zaken aan de orde van de dag zijn in Noord-Korea. „Dit soort misbruik wordt zo vaak gepleegd door overheidsfunctionarissen en eigenlijk iedere man met macht, dat het bij niemand opkomt een zaak aan te spannen”, aldus Kim. „De ‘wetshandhavers’ zijn zelf de daders, dus waar kun je heen? Het idee dat seksueel geweld slecht is, dat het niet mijn schuld zou zijn en dat een ‘wetshandhaver’ zou moeten proberen me te beschermen is niet eens in me opgekomen toen ik in Noord-Korea woonde”.

Van marktvrouwen tot actrices

Zoals Kim zijn er velen in Noord-Korea. Human Rights Watch interviewde 54 vrouwen die na het aantreden van huidige leider Kim Jong-un het land ontvluchtten. Ook sprak de mensenrechtenorganisatie met acht voormalige Noord-Koreaanse functionarissen. Niet eerder werd zo uitgebreid specifiek onderzoek gedaan naar seksueel geweld in het communistische land.

Het meeste misbruik werd volgens de ondervraagden gepleegd door leden van de bowibu, de Noord-Koreaanse veiligheidsdiensten. Dat gebeurde het vaakst in detentiecentra en bij informele markten, maar eigenlijk door het hele land. „We kozen favoriete actrices uit films en vroegen hotelpersoneel ze naar ons te brengen”, zei Goh Myun-chul die in Noord-Korea een hoge positie binnen de bowibu bekleedde. „Wie we ook kozen, ze werden binnen een uur naar onze kamers gebracht. Niemand wees ons ooit af.”

In Noord-Korea zijn markten formeel verboden, maar worden ze in de praktijk gedoogd. Dat maakt vrouwen die er werken extra kwetsbaar voor de veiligheidsdiensten, die hen geregeld dreigen met het ontnemen van hun inkomstenbron als zij niet doen wat hun wordt opgedragen. „Marktbewakers of politieagenten vroegen me vaak hen te volgen naar een lege kamer buiten de markt”, zei Oh Jung-hee. „Wat kon ik ertegen doen? Zij zien ons als [seks]speeltjes. Mannen zwaaien nu eenmaal de scepter over ons [vrouwen].”

‘Ik kreeg tenminste nog eten’

Veel Noord-Koreaanse vrouwen zwijgen over wat hun is aangedaan, omdat zij het zien als iets wat nu eenmaal bij het leven hoort. Een vrouw die werd verkracht door een politieagent en vervolgens weer werd vrijgelaten, zei dat ze pas in Zuid-Korea besefte dat ze verkracht was. „Op het moment zelf was ik niet ontdaan”, aldus Yoon Su-ryun. „Integendeel, ik vond dat ik geluk had gehad.”

Dit omdat ze na de mishandeling tenminste nog eten en kleding kreeg.

De meeste ondervraagden zeggen dat het in Noord-Korea nooit bij hen is opgekomen dat ze iets tegen de seksuele wanpraktijken konden doen, behalve proberen niet op te vallen en bepaalde plekken te mijden. Vrouwen die seksuele avances afwezen, werden vaak gestraft met inbeslagname van al hun handelswaar of met een enkele gang naar een van de beruchte Noord-Koreaanse strafkampen.

Vrouwen van wie bekend wordt dat zij verkracht zijn, krijgen in het patriarchale Noord-Korea vaak te maken met sociale uitsluiting en pesterijen. Dit omdat hun ‘seksueel pure’ imago is aangetast en omdat zij vaak de schuld krijgen van het seksuele geweld waarvan zij juist het slachtoffer zijn.

‘Vijf verkrachtingen per jaar’

Terwijl het mannen met macht zijn die het misbruik plegen, is bescherming door deze zelfde mannen het enige middel dat vrouwen kunnen inzetten om aan verkrachting en aanranding te ontkomen. Alleen echtgenotes van partijleden of mannen met een hoge positie in Noord-Korea worden standaard met rust gelaten.

Zelfs in de Noord-Koreaanse variant van de Koreaanse taal is terug te zien hoe weinig kennis er in het land is van seksueel geweld. Zo kent het noordelijke Koreaans geen term voor huiselijk geweld.

Een schrijnend voorbeeld was toen een Noord-Koreaanse afgevaardigde een onderhoud had met de commissie die toeziet op het VN-vrouwenverdrag, dat mondiaal discriminatie tegen vrouwen moet tegengaan. Pyongyang tekende het verdrag in 2001. Raadslid Park Kwang-ho kon niet uitleggen hoe zijn land ‘discriminatie van vrouwen’ definieerde. Hij had nog nooit van de term ‘verkrachting binnen het huwelijk’ gehoord en vroeg de commissie hem uit te leggen wat dit betekende. Toen de kwestie ter sprake kwam van vrouwen die bang waren hun baan te verliezen als ze niet met hun leidinggevende naar bed zouden gaan, zei Park dat het de keuze van de vrouw zelf is om in te stemmen of niet – en betoogde dat de chef niet gestraft dient te worden.

In 2015, het laatste jaar waarover Noord-Korea data verschafte, werden volgens de overheid slechts vijf mensen veroordeeld voor verkrachting. Terwijl Pyongyang met deze cijfers vermoedelijk wil beargumenteren dat Noord-Korea een misdaadvrij paradijs is, geven deze statistieken volgens Human Rights Watch vooral aan dat de regering het aanpakken van seksueel geweld op geen enkele wijze serieus neemt.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 1 november 2018 in NRC Handelsblad

Akkoord Zuid-Korea en VS over plaatsing raketafweersysteem

Na vijf maanden onderhandelen hebben de Verenigde Staten en Zuid-Korea een akkoord bereikt over het plaatsen van het raketafweersysteem Terminal High Altitude Area Defense (THAAD) in laatstgenoemde land. Dat liet het Zuid-Koreaanse ministerie van Defensie vrijdag weten, meldt persbureau Yonhap. Het wapensysteem is niet onomstreden: China verzet zich al maanden hevig tegen de plaatsing van THAAD.

Het geavanceerde raketafweersysteem is bedoeld om Zuid-Korea te verdedigen tegen nucleaire en raketdreigingen van de communistische noorderbuur. Pyongyang test vaak raketten en dreigt geregeld om haar kernwapens in te zetten. In 2010 werden een Zuid-Koreaans marinefregat en eiland zelfs door het Noord-Koreaanse leger onder vuur genomen.

Nadat het regime van Kim Jong-un begin dit jaar zowel een kernwapen als een langeafstandsraket testte, begonnen de besprekingen over het plaatsen van THAAD. Nu hier een akkoord over bereikt is, wordt gekeken naar een locatie om het systeem te plaatsen. Uit veiligheidsredenen wordt die plek niet openbaar bekend gemaakt. Seoul wil het systeem uiterlijk eind 2017 in gebruik nemen.

Tegen het zere been van China

Direct na bekendmaking van het akkoord liet China weten “sterke onenigheid en ferme oppositie” tegen het plaatsen van THAAD te koesteren. De actie druist in tegen de strategische belangen van Beijing en verstoort de militaire verhoudingen in de regio, aldus het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook Rusland reageerde verontwaardigd op het besluit en riep Washington en Seoul op het akkoord te herroepen.

In een poging de zorgen van China weg te nemen, zei de Zuid-Koreaanse onderminister van Defensie Yoo Jeh-seung vrijdag dat THAAD uitsluitend gebruikt zal worden tegen dreigingen uit Noord-Korea. Beijing zei echter dat het systeem “niet helpt bij het bereiken van de denuclearisering van het Koreaanse schiereiland”. Sterker nog, volgens Beijing schaadt THAAD de “vrede en stabiliteit in de regio”.

Ook in Zuid-Korea was er weerstand tegen de plaatsing van het systeem. De belangrijkste oppositiepartij, de Minjoo-partij, zei dat de onderlinge Koreaanse spanningen door THAAD alleen maar zullen verslechteren. Ook verwacht de partij dat het systeem tot een economische domper leidt, omdat de handel met China eronder zal leiden. De Volkspartij, een kleinere oppositiepartij, zei ook dat Seoul de tegenstand van China niet moet onderschatten.

Radar

THAAD wordt vervaardigd door de Amerikaanse wapengigant Lockheed Martin. Het systeem bestaat uit vijf componenten: mobiele lanceereenheden, onderscheppingsraketten, een radar, een controle-eenheid en een ondersteunende eenheid. China maakt zich vooral zorgen om de X-Band-radar, omdat die volgens Beijing gebruikt kan worden om de Chinese militaire activiteiten te bespioneren. De radar heeft een bereik van zo’n duizend kilometer.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 8 juli 2016 op de website van NRC

Frenemies for life: de betrekkingen tussen China en Noord-Korea

Het is een haat-liefde verhouding, maar de afgelopen jaren is de relatie tussen China en Noord-Korea wel erg bekoeld geraakt. China is bijvoorbeeld niet blij met het Noord-Koreaanse kernwapenprogramma. Toch blijft China het regime van Kim Jong-un steunen. Sterker nog: China is de levensader van Noord-Korea, zonder Chinese hulp zou het regime ineenstorten. Waarom laat China Noord-Korea niet los?

Voor OneWorld schreef ik een artikel over de complexe dynamiek van de bilaterale betrekkingen tussen beide “communistische” landen. Lees het artikel hier terug.

Noord-Korea zegt waterstofbom te hebben getest. Wat betekent dit?

Noord-Korea heeft woensdag naar eigen zeggen succesvol een waterstofbom getest. Dat melden Noord-Koreaanse staatsmedia.

Man bekijkt nieuwsitem over de Noord-Koreaanse waterstofbomtest. Foto Jung Yeon-Je / AFP

Man bekijkt nieuwsitem over de Noord-Koreaanse waterstofbomtest. Foto Jung Yeon-Je / AFP

Volgens Pyongyang vond de test om 10.00 lokale “Pyongyangtijd” plaats. “Deze test betekent dat het kernwapenprogramma van de Democratische Volksrepubliek Korea [de officiële naam van Noord-Korea, CvdV] tot een hoger niveau is getild”, aldus staatsmedia. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties komt later woensdag bijeen om de proef te bespreken, meldt persbureau Reuters.

De test werd met veel bombarie op de Noord-Koreaanse staatstelevisie aangekondigd, hier terug te zien. Onder de video is de gehele Engelstalige verklaring van Pyongyang over de proef te lezen. Zoals gewoonlijk rechtvaardigt Pyongyang de test als een “defensieve maatregel” tegen de “ongekende Amerikaanse agressie”.

Tekst gaat verder onder de video
https://www.youtube.com/watch?v=nUesrMFLWWM

Onduidelijkheid

Internationale seismologen namen een “onnatuurlijke” aardbeving met een schaal van 5.1 waar rondom Punggye-ri, de locatie waar tot nu toe alle Noord-Koreaanse kernproeven hebben plaatsgevonden. Volgens Zuid-Koreaanse inlichtingendiensten werden China en de VS van tevoren niet gewaarschuwd door Pyongyang dat de test zou plaatsvinden. De kracht van het wapen dat is getest wordt door analisten geschat op zo’n 6 kiloton, veel zwakker dan zelfs van een mislukte waterstofbomproef mag worden verwacht.

Analisten konden dan ook nog niet bevestigen of Noord-Korea daadwerkelijk een waterstofbom heeft getest. Verder onderzoek zal meer duidelijk moeten maken over de aard van de proef. Dat kan nog dagen duren. Het zou ook om een “gewone” kernproef kunnen gaan met een krachtiger atoomwapen dan waarover Pyongyang tot nu toe beschikte. NK News sprak met enkele experts over of Noord-Korea een waterstofbom zou kunnen hebben.

Het Zuid-Koreaanse leger denkt niet dat de beving het gevolg was van een waterstofbom. In Azië doken meerdere beurzen in de min na het nieuws over de test.

Luister hier naar een vraaggesprek dat BNR Nieuwsradio had met Sico van der Meer, deskundige op het gebied van Noord-Korea en massavernietigingswapens bij Instituut Clingendael

Rookgordijn

Nog geen week geleden riep Kim Jong-un in zijn nieuwjaarsrede op tot meer economische samenwerking. Er werd toen met geen woord gerept over het kernwapenprogramma, dat Pyongyang geregeld aanduidt als haar “heilige zwaard”. Zoals wel vaker lijkt dit een rookgordijn te zijn geweest dat Noord-Korea heeft opgeworpen alvorens weer met provocatieve acties op de proppen te komen.

De timing is dan ook opmerkelijk. Door de conflicten in het Midden-Oosten en terreurdreiging in het Westen was de aandacht voor Noord-Korea de laatste tijd wat afgezwakt. Het Kimregime grijpt dit soort momenten vaker aan om provocaties uit te voeren om de wereld aan zijn bestaan te herinneren. Lees hier een eerder stuk waarin ik beschrijf hoe deze dynamiek werkt.

Propaganda

Tevens kan de test dienen als propaganda om het leiderschap van Kim Jong-un tegenover de Noord-Koreaanse bevolking te verheerlijken. Door te claimen significante vooruitgang te hebben geboekt in de ontwikkeling van kernwapens kan Kim beweren dat hij zich inzet om het Noord-Koreaanse volk tegen buitenlandse agressie te beschermen. Zeker met het uitblijven van economische successen in het economisch noodlijdende Noord-Korea kan een nieuwe atoomtest goede propaganda zijn voor Kim Jong-un.

Kim Jong-un tekent het bevel om de waterstofbomproef uit te voeren. Foto Yonhap.

Kim Jong-un tekent het bevel om de waterstofbomproef uit te voeren. Foto Yonhap.

Noord-Korea heeft tot nu toe drie keer een kernproef uitgevoerd: in 2006, 2009 en 2013. De VN hebben het geïsoleerde land flinke sancties opgelegd. Zuid-Korea noemde de proef van woensdag een schending van VN-resoluties. Seoel beloofde “samen te zullen werken met partners in de regio om Noord-Korea een hoge prijs te betalen voor de waterstofbomtest”.

Reacties

Ook de Verenigde Staten hebben de jongste proef van Pyongyang veroordeeld. Het Witte Huis liet vanochtend weten dat “wij het keer op keer duidelijk hebben gemaakt dat wij Noord-Korea niet zullen accepteren als staat die over kernwapens beschikt”, iets wat Pyongyang wel graag wil. Volgens de Amerikanen laat de proef zien dat Noord-Korea geen serieuze voornemens heeft om te onderhandelen over eventuele denuclearisatie.

Dat laatste sluit aan bij eerdere Noord-Koreaanse verklaringen. Het land heeft meerdere malen aangegeven nooit zijn kernwapens te zullen opgeven omdat deze “nuclear deterrent” voorkomt dat Noord-Korea zal worden aangevallen door het Westen. Staatsmedia halen geregeld de voorbeelden aan van Saddam Hoessein en Moammar Kadhafi, die na het opgeven van hun massavernietigingswapens werden afgezet.

De jongste proef zal ook de verhoudingen met China op scherp stellen. De Chinese regering zei woensdag de kernproef “sterk af te keuren”. Hoewel Beijing de laatste grote bondgenoot van Pyongyang is, is de Chinese regering fel tegen het Noord-Koreaanse kernwapenprogramma gekant. Beijing heeft in het verleden na eerdere kernproeven VN-sancties gesteund tegen Noord-Korea, hoewel China niet zo doortastend is met de uitvoering hiervan.

Verjaardag

De test komt twee dagen voor de verjaardag van Kim Jong-un. Phil Robertson, vicedirecteur voor Azië van Human Rights Watch, zei hierover:

“Kim Jong-un mag het misschien gepast vinden om zijn verjaardag alvast te vieren met een kernproef, maar zelfs een waterstofbom moet de wereld niet laten vergeten dat de dictatuur van de Kimfamilie gefundeerd is op de systematische mishandeling van de Noord-Koreaanse bevolking. Het enige verjaardagscadeau dat Kim Jong-un zou moeten krijgen van de internationale gemeenschap is een enkele reis naar het Internationaal Strafhof in Den Haag, waar hij moet worden aangeklaagd voor misdaden tegen de menselijkheid.”

Noord-Korea zei vorige maand dat het land in staat was om naast een atoomwapen een waterstofbom te testen. Veel internationale analisten trokken deze bewering toen in twijfel. Pyongyang beschikt over een klein arsenaal kernwapens en voert daarna geregeld rakettests uit. In 2012 werd voor het laatst een langeafstandsraket getest, waarbij volgens het Kimregime een satelliet in een baan om de Aarde werd gebracht.

Het land is er voor zover bekend nog niet in geslaagd om atoomwapens te ontwikkelen die klein genoeg zijn om op een projectiel te plaatsen. Dit zou Pyongyang in staat stellen om met kernkoppen de VS te raken – alsook Japan en Zuid-Korea.

Vanavond spreek ik om 18.36 uur op BNR Nieuwsradio over wat deze proef betekent voor Noord-Korea en de internationale gemeenschap.