Kim Ki-nam, decennialang de belangrijkste propagandist van Noord-Korea en verantwoordelijk voor de cultus rondom de Kim-familie, is op 94-jarige leeftijd overleden. Gisteravond sprak ik over deze ‘Goebbels van Noord-Korea’ op NPO Radio 1 bij Met ’t Oog op Morgen.
Het heeft drie jaar en zeven maanden geduurd, maar de laatste vanwege de coronapandemie gesloten grenzen zijn weer ‘open’. Open tussen aanhalingstekens, want het gaat om Noord-Korea. Dinsdagochtend landde een toestel van Air Koryo in de Chinese hoofdstad Beijing, om Noord-Koreanen op te halen die al zeker 42 maanden niet naar hun thuisland konden.
Op de luchthaven van Beijing zagen verslaggevers Noord-Koreaanse passagiers met grote hoeveelheden bagage inchecken voor vlucht JS152, de eerste commerciële vlucht naar Noord-Korea. Aan boord van de dinsdag vertrokken Toepolev Tu-204 is plaats voor 160 tot 190 passagiers. Later deze week staan ook twee vluchten uit het Oost-Russische Vladivostok naar Pyongyang gepland.
Beide vliegroutes zijn „nog geen volledige heropening van de route, maar een speciale vlucht die [Noord-]Koreanen terug naar huis brengt na jaren vast te hebben gezeten in het buitenland”, aldus Simon Cockerell, manager van Koryo Tours, een reisbureau gespecialiseerd in reizen naar Noord-Korea. Volgens Cockerell duurt het vermoedelijk nog even voordat buitenlandse toeristen, hulpverleners en zakenmensen weer naar het Oost-Aziatische land kunnen.
Grens met China
Het totalitaire land sloot in januari 2020 als een van de eerste landen de grenzen vanwege het coronavirus. Daarmee werd vooral de 1.400 kilometer lange grens bedoeld met China, waar Covid-19 ontstond. Vanwege die lange grens, waar voor de sluiting flink wat grenshandel plaatsvond, is het zeer waarschijnlijk dat tijdens de eerste golf het coronavirus in Noord-Korea is beland. Toch beweerde Pyongyang tot mei 2022 bij hoog en laag volledig coronavrij te zijn gebleven.
Door het sluiten van de grenzen kwam er nóg minder zicht op wat zich in Noord-Korea afspeelde. Voorheen kwamen nog duizenden westerse toeristen (en een veelvoud aan Chinese vakantiegangers) per jaar naar het land, met de pandemie stopte dat volledig. Diplomaten, ngo-medewerkers en andere hulpverleners die na januari 2020 het land verlieten, werden niet meer vervangen.
Daardoor is weinig bekend over de gevolgen die de pandemie heeft gehad in Noord-Korea. Daar waren aan het begin van de uitbraak grote zorgen over: meer dan de helft van de bevolking is ondervoed en behalve voor de elite is er in het hele land nauwelijks professionele medische zorg beschikbaar. Veel ziekenhuizen en klinieken hebben niet eens elektriciteit of stromend water, laat staan beademingsapparatuur. En hoewel meerdere landen Noord-Korea vaccins aanboden, zei Pyongyang telkens nee.
Dicht was echt dicht
Vanwege het beroerde zorgstelsel werd van tevoren al verwacht dat Noord-Korea het laatste land zou zijn dat weer open zou gaan. Toen in oktober 2014 in West-Afrika een ebola-uitbraak plaatsvond, had Noord-Korea het strengste inreisbeleid vanwege die ziekte ter wereld – ondanks het feit dat er geen enkele besmetting in Azië was. Pas na een half jaar schrapte Pyongyang de maatregelen weer.
Dicht was ook echt dicht, dus op twee Noord-Koreanen die in 2020 en 2022 clandestien terugkeerden na kwam niemand erin. Burgers die zich in januari 2020 in het buitenland bevonden, hebben al die tijd niet kunnen terugkeren. Het is niet bekend om hoeveel Noord-Koreanen dit in totaal gaat, maar onder hen zijn onder meer honderden uitwisselingsstudenten, (dwang)arbeiders, restaurantmedewerkers en diplomaten.
De in Noord-Korea gespecialiseerde website NK News sprak met Noord-Koreaanse vluchtelingen, die zeggen te verwachten dat terugkerende Noord-Koreanen onderworpen zullen worden aan maandenlange propagandasessies, ‘heropvoeding’ en misschien zelfs dwangarbeid. Op die manier moet worden afgedwongen dat zij weer in het gareel lopen van de repressieve Noord-Koreaanse samenleving.
Recent werden al voor het eerst uitzonderingen gemaakt voor buitenlandse bezoekers. In maart mocht de nieuwe Chinese ambassadeur samen met nieuwe diplomatieke medewerkers de grens oversteken om aan zijn nieuwe baan te beginnen. In juli was er hoog bezoek uit Moskou en Beijing. Toen stonden de Russische minister van Defensie Sergej Sjoigoe en het Chinese Politburolid Li Hongzhong naast Kim Jong-un bij een militaire parade in Pyongyang. Beide hoogwaardigheidsbekleders zwaaiden en salueerden naar de voorbij rollende kernwapens en intercontinentale ballistische raketten waartegen zij jaren eerder nog VN-sancties hadden gesteund.
Taekwondoteam
Toen vorige week een Noord-Koreaans taekwondoteam naar Kazachstan mocht afreizen, dachten analisten dat de heropening van de grenzen niet lang meer kon duren. Veel groepen kijken reikhalzend uit naar het moment waarop zij weer naar het land kunnen. Koryo Tours bereidt al nieuwe reizen naar Noord-Korea voor, maar zegt nog niet te weten wanneer ook buitenlandse toeristen weer welkom zijn. „Het herstellen van deze route is een goed teken voor toeristen in de toekomst”, schrijft Cockerell op Instagram.
Ook hulpmedewerkers willen al langer terugkeren naar Noord-Korea. Al voor de pandemie was de voedselsituatie slecht. Met name sinds het begin van 2023 druppelen er berichten het land uit over ernstige voedselproblemen en zelfs hongerdoden. Kim Jong-un zei de afgelopen jaren meerdere keren dat de landbouwsector verbeterd moest worden, zodat er weer voldoende eten voor burgers was.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 22 september bij NRC.
Gelovigen, met name christenen, worden zwaar vervolgd in Noord-Korea. Zij krijgen te maken met opsluiting, dwangarbeid, foltering, mishandeling en executie. Vaak worden ook familieleden van een gelovige collectief gestraft.
Noord-Koreanen in detentiecentra krijgen systematisch te maken met marteling, geestelijke en lichamelijke mishandeling, uithongering en onhygiënische toestanden. Wie de ergste behandelingen wilt voorkomen, kan niet zonder sociale connecties en steekpenningen. Dat blijkt uit een rapport van Human Rights Watch
Door een gebrek aan financiering en donaties ziet het Wereldvoedselprogramma zich genoodzaakt al zijn kantoren in Noord-Korea te sluiten, behalve die in Pyongyang. Terwijl de voedselproblemen juist het grootste zijn buiten de hoofdstad.
Toen de Noord-Koreaanse Kim Eun-a aangerand werd door een politieagent en advocaat, kwam het niet in haar op om aangifte te doen, omdat dergelijke zaken aan de orde van de dag zijn in Noord-Korea. „Dit soort misbruik wordt zo vaak gepleegd door overheidsfunctionarissen en eigenlijk iedere man met macht, dat het bij niemand opkomt een zaak aan te spannen”, aldus Kim. „De ‘wetshandhavers’ zijn zelf de daders, dus waar kun je heen? Het idee dat seksueel geweld slecht is, dat het niet mijn schuld zou zijn en dat een ‘wetshandhaver’ zou moeten proberen me te beschermen is niet eens in me opgekomen toen ik in Noord-Korea woonde”.
Van marktvrouwen tot actrices
Zoals Kim zijn er velen in Noord-Korea. Human Rights Watch interviewde 54 vrouwen die na het aantreden van huidige leider Kim Jong-un het land ontvluchtten. Ook sprak de mensenrechtenorganisatie met acht voormalige Noord-Koreaanse functionarissen. Niet eerder werd zo uitgebreid specifiek onderzoek gedaan naar seksueel geweld in het communistische land.
Het meeste misbruik werd volgens de ondervraagden gepleegd door leden van de bowibu, de Noord-Koreaanse veiligheidsdiensten. Dat gebeurde het vaakst in detentiecentra en bij informele markten, maar eigenlijk door het hele land. „We kozen favoriete actrices uit films en vroegen hotelpersoneel ze naar ons te brengen”, zei Goh Myun-chul die in Noord-Korea een hoge positie binnen de bowibu bekleedde. „Wie we ook kozen, ze werden binnen een uur naar onze kamers gebracht. Niemand wees ons ooit af.”
In Noord-Korea zijn markten formeel verboden, maar worden ze in de praktijk gedoogd. Dat maakt vrouwen die er werken extra kwetsbaar voor de veiligheidsdiensten, die hen geregeld dreigen met het ontnemen van hun inkomstenbron als zij niet doen wat hun wordt opgedragen. „Marktbewakers of politieagenten vroegen me vaak hen te volgen naar een lege kamer buiten de markt”, zei Oh Jung-hee. „Wat kon ik ertegen doen? Zij zien ons als [seks]speeltjes. Mannen zwaaien nu eenmaal de scepter over ons [vrouwen].”
‘Ik kreeg tenminste nog eten’
Veel Noord-Koreaanse vrouwen zwijgen over wat hun is aangedaan, omdat zij het zien als iets wat nu eenmaal bij het leven hoort. Een vrouw die werd verkracht door een politieagent en vervolgens weer werd vrijgelaten, zei dat ze pas in Zuid-Korea besefte dat ze verkracht was. „Op het moment zelf was ik niet ontdaan”, aldus Yoon Su-ryun. „Integendeel, ik vond dat ik geluk had gehad.”
Dit omdat ze na de mishandeling tenminste nog eten en kleding kreeg.
De meeste ondervraagden zeggen dat het in Noord-Korea nooit bij hen is opgekomen dat ze iets tegen de seksuele wanpraktijken konden doen, behalve proberen niet op te vallen en bepaalde plekken te mijden. Vrouwen die seksuele avances afwezen, werden vaak gestraft met inbeslagname van al hun handelswaar of met een enkele gang naar een van de beruchte Noord-Koreaanse strafkampen.
Vrouwen van wie bekend wordt dat zij verkracht zijn, krijgen in het patriarchale Noord-Korea vaak te maken met sociale uitsluiting en pesterijen. Dit omdat hun ‘seksueel pure’ imago is aangetast en omdat zij vaak de schuld krijgen van het seksuele geweld waarvan zij juist het slachtoffer zijn.
‘Vijf verkrachtingen per jaar’
Terwijl het mannen met macht zijn die het misbruik plegen, is bescherming door deze zelfde mannen het enige middel dat vrouwen kunnen inzetten om aan verkrachting en aanranding te ontkomen. Alleen echtgenotes van partijleden of mannen met een hoge positie in Noord-Korea worden standaard met rust gelaten.
Zelfs in de Noord-Koreaanse variant van de Koreaanse taal is terug te zien hoe weinig kennis er in het land is van seksueel geweld. Zo kent het noordelijke Koreaans geen term voor huiselijk geweld.
Een schrijnend voorbeeld was toen een Noord-Koreaanse afgevaardigde een onderhoud had met de commissie die toeziet op het VN-vrouwenverdrag, dat mondiaal discriminatie tegen vrouwen moet tegengaan. Pyongyang tekende het verdrag in 2001. Raadslid Park Kwang-ho kon niet uitleggen hoe zijn land ‘discriminatie van vrouwen’ definieerde. Hij had nog nooit van de term ‘verkrachting binnen het huwelijk’ gehoord en vroeg de commissie hem uit te leggen wat dit betekende. Toen de kwestie ter sprake kwam van vrouwen die bang waren hun baan te verliezen als ze niet met hun leidinggevende naar bed zouden gaan, zei Park dat het de keuze van de vrouw zelf is om in te stemmen of niet – en betoogde dat de chef niet gestraft dient te worden.
In 2015, het laatste jaar waarover Noord-Korea data verschafte, werden volgens de overheid slechts vijf mensen veroordeeld voor verkrachting. Terwijl Pyongyang met deze cijfers vermoedelijk wil beargumenteren dat Noord-Korea een misdaadvrij paradijs is, geven deze statistieken volgens Human Rights Watch vooral aan dat de regering het aanpakken van seksueel geweld op geen enkele wijze serieus neemt.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 1 november 2018 in NRC Handelsblad
Het is een haat-liefde verhouding, maar de afgelopen jaren is de relatie tussen China en Noord-Korea wel erg bekoeld geraakt. China is bijvoorbeeld niet blij met het Noord-Koreaanse kernwapenprogramma. Toch blijft China het regime van Kim Jong-un steunen. Sterker nog: China is de levensader van Noord-Korea, zonder Chinese hulp zou het regime ineenstorten. Waarom laat China Noord-Korea niet los?
Voor OneWorld schreef ik een artikel over de complexe dynamiek van de bilaterale betrekkingen tussen beide “communistische” landen. Lees het artikel hier terug.
Kim Hye-sook werd op haar 13e naar het beruchte doch grotendeels onbekende Noord-Koreaanse strafkamp Bukchang gestuurd. Ze zou er 28 jaar blijven voor een “misdaad” die niet eens haar eigen was: omdat haar grootvader was gevlucht naar het welvarende en vrije Zuid-Korea werd de hele familie naar Bukchang gezonden.
Dat is het gevolg van de beruchte “driegeneratiesregel”, die stichter van Noord-Korea Kim Il-sung (1912 – 1994) instelde na de Koreaanse Oorlog. Voor het vergrijp van één individu worden drie generaties naar een concentratiekamp gestuurd. Zo hoopt het Kimregime zijn bevolking loyaal en gedwee te houden. Meer dan een halve eeuw later zijn zowel de regel als de strafkampen nog steeds een gruwelijke realiteit. VICE sprak met Kim over haar tijd in het kamp:
“Het is heel moeilijk om over te praten, maar de hele wereld moet weten wat voor verschrikkelijke dingen er gebeuren in Noord-Korea.”
Verwerken door kunst
Dwangarbeid, marteling, misbruik – er is weinig wat Kim niet is overkomen in Bukchang. Ze werd al op haar veertiende tewerkgesteld in een kolenmijn, waar ze stoflongziekte opliep. Na haar vrijlating en succesvolle vlucht naar Zuid-Korea verwerkte ze deze gruwelijkheden op een creatieve manier: tekenkunst. Kim laat een tekening die ze gemaakt heeft van Bukchang zien en zegt:
“Omdat niemand naar het kamp toe kan, werd er een satelliet gestuurd die foto’s nam. Dat duurde acht maanden. Toen ze de foto’s met mijn tekening vergeleken, kwam alles perfect overeen.”
Propaganda en hersenspoelen
Hoewel ze twee derde van haar leven in een Noord-Koreaans concentratiekamp zat, was ze die hele periode gehersenspoeld door de propaganda van Pyongyang:
“Ik geloofde dat Kim Il-sung een god was.”
Van dat geloof is inmiddels niet meer over. Kim zet zich nu in voor meer bewustwording over de mensenrechtenschendingen in Noord-Korea, in de hoop dat het zal bijdragen aan een verandering. Aan het einde gaat Kim met de VICE-journalist naar de grens met Noord-Korea, waar een rivier van slechts enkele tientallen meters een ondoordringbare grens vormt tussen twee totaal verschillende werelden.
Een primeur hier op Nieuws uit Noord-Korea: een gastblog van Laurens Bynens vanuit Brussel. Laurens werkt als student aan de Vrije Universiteit Brussel aan een thesis over mensenrechten in Noord-Korea. Hij bezocht in Brussel een evenement waar Noord-Koreaanse vluchtelingen spraken over hun ervaringen. Lees hieronder zijn verslag.
László Tőkés opende de conferentie met een scherpe speech. Hij heeft ook enig recht van spreken: als sleutelfiguur in de ondergang van Roemeens dictator Nicolae Ceaușescu wordt hij bijvoorbeeld omschreven als “The Pastor Who Brought Down a Dictator”. Omdat de Roemenen ooit zelf leefden in een totalitaire staat, weet hij hoe het is om geen vrijheid te hebben. Ceaușescu was geïnspireerd door de Culturele Revolutie in China en door de persoonlijkheidscultus van Kim Il-sung, de stichter van Noord-Korea, waardoor een onschuldig grapje een Roemeen zeer zwaar kon komen te staan. Tőkés besloot zijn toespraak met een oproep naar de Noord-Koreanen om hun stem te verheffen, want het communisme leeft nog in sommige landen, “goddeloos en wreed”.
Na de beschouwing van EIAS dat de situatie in Noord-Korea waarschijnlijk slechter aan het worden is, terwijl sommigen hoopvol blijven, was het de beurt aan Kwon Eun Kyoung van de International Coalition to Stop Crimes Against Humanity in North Korea (ICNK). Terwijl de wereld eerst de gevangenenkampen negeerde, is dat nu onmogelijk geworden.
Kamp 15
Vervolgens nam Jung Gwang Il het woord, hierin bijgestaan door een tolk. Jung heeft in Kamp 15 gezeten en leidt nu de organisatie No Chain for North Korea. In de jaren ’90 leidde hij ondernemers op in Noord-Korea, waardoor hij vaak naar China trok. Hier werd hij opgepakt door Noord-Koreaanse agenten. De exacte reden voor zijn arrestatie is hij nooit te weten gekomen. Oude schoolvrienden zouden aan de autoriteiten verteld hebben dat hij contact had met Zuid-Koreaanse zakenmannen. Dit klopt weliswaar maar deze mannen waren volgens Jung, in tegenstelling tot wat de Noord-Koreaanse politie dacht, geen spionnen.
Na tien maanden martelingen met water en elektrische schokken kraakte Jung. Hij legde een valse verklaring af, waarin hij stelde een spion te zijn. Hierna werd hij naar Yodok overgebracht. Intussen was zijn gewicht gedaald van 70 naar 36 kilo. In Yodok zaten mensen om diverse (vermeende) redenen: ze hadden een portret van de Grote Leider beschadigd, ze hadden geluisterd naar Zuid-Koreaanse radio, ze hadden contact gehad met christenen of ze hadden geprobeerd te ontsnappen uit het land.
Een uitzending van Stichting Vrij Noord-Korea over Jung Gwang Il:
Zestien uur dwangarbeid per dag
Hun straf was zestien uur dwangarbeid per dag. In de zomer moesten ze graan verbouwen, in de winter hout kappen. Elke maaltijd bestond uit tweehonderd gram graan vermengd met bonen. Wie zijn werk niet voltooide, kreeg geen eten. Vele gevangen kwamen logischerwijze om door de combinatie van loodzware arbeid en voedseltekorten. Daarom stalen sommigen rauwe zaden om ze op te eten. Om dit te voorkomen, vermengden de bewakers de zaden met mest. Enkele gevangenen probeerden de zaden te wassen, maar dit lukte niet goed. Zij die de zaden alsnog opaten, kregen diarree en kotsten bloed, waarna ze stierven.
De houtkap in de winter was zo mogelijk nog zwaarder. De bomen moesten manueel omgekapt worden, waarbij velen gewond raakten. Een incident staat voorgoed op Jungs netvlies gebrand. De bewakers organiseerden een wedstrijd: de werkploeg die het meeste hout verzamelde, kreeg een taart op basis van graan. Enthousiast duwden de gevangenen het hout de berg af, maar op dat moment klommen anderen net naar boven om aan hun dienst te beginnen. Vele gebroken benen en ruggen en meerdere doden waren het zware gevolg. De bewakers vonden deze ellende plezierig. Ze vertelden de gevangenen:
“Jullie zijn geen mensen, jullie zijn dieren. Jullie horen niet thuis in deze maatschappij”.
De doden en zelfs zij die zwaargewond nog in leven waren, werden opeengestapeld in een “dodenhuis” waar de temperatuur tot wel -20°C kon dalen. Jung liep hier dagelijks voorbij als hij naar het toilet moest. Uiteindelijk, nadat de lijken verschillende keren bevroren en ontdooid waren, moest Jung de lichamen in een gat scheppen. Intussen leken ze meer op mest dan op mensen. Op 12 april 2003 werd Jung vrijgelaten uit Yodok. Op 21 april dat jaar ontsnapte hij uit Noord-Korea.
Een video van Amnesty International over de strafkampen in Noord-Korea, met interviews van voormalige gedetineerden uit Yodok
“Waarschijnlijk binnen 15 jaar hereniging”
De laatste toespraak was van Kim Young Hwan, hoofdonderzoeker bij het Network for North Korean Democracy and Human Rights. In jaren ’80 was hij een Zuid-Koreaanse studentenleider die voor Noord-Korea en tegen Zuid-Korea protesteerde. Hij ontmoette op die manier Kim Il-sung twee keer. Toen het communisme in Oost-Europa instortte was hij ongerust, en hij wilde de toekomst van Noord-Korea met Kim Il-sung en zijn entourage bespreken. Hij was teleurgesteld toen het Noord-Koreaanse regime zich gesloten en conservatief opstelde. Kim zag in dat de gelijkheid, de hoeksteen van het socialisme, nog minder aanwezig was in het Noorden dan in het Zuiden. Hij begon te luisteren naar getuigenissen van Noord-Koreanen die ontsnapt waren. Met tomeloze energie begon hij zich in te zetten voor zij die in het Noorden onderdrukt worden. In 2012 werd hij echter opgepakt in China toen hij aan de grens met Noord-Korea actief was. Hij werd door de Chinese politie gearresteerd en opgesloten voor vier maanden, waarin hij afgeranseld werd en elektrische schokken toegediend kreeg.
Bekijk hier de lezing “From Juche Evangelist to North Korean Human Rights Activist” plus een andere presentatie van Kim Young Hwan
Kim stelde verder dat Noord-Korea wel degelijk aan het veranderen is. Onder meer de hongersnoden hebben een zware impact gehad. Het land is allesbehalve een socialistisch paradijs, en pleegt integendeel zware inbreuken op de mensenrechten. Toch wankelt het land volgens hem niet. Het regime heeft zich in de laatste twintig jaar weten aan te passen aan de veranderingen. Toch acht hij het zeventig procent mogelijk dat de Korea’s zich herenigen binnen de vijftien jaar.
Dat doet denken aan een toespraak die vorig jaar werd gegeven door Jang Jin-sung, voormalig hofdichter van Kim Jong-il en tegenwoordig mensenrechtenactivist en gasthoogleraar aan de Universiteit Leiden. Daarin sprak hij tot een groep studenten Koreastudies:
“Ik geef het Noord-Koreaanse regime nog zo’n vijf jaar, hooguit zeven. Ik denk dat mensen die nu in Leiden studeren later kunnen doceren aan universiteiten in het noorden van een herenigd Korea.”
Laurens Bynens is student aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij werkt aan een thesis over mensenrechten in Noord-Korea