Medewerker Franse Senaat opgepakt om spionage voor Noord-Korea

Een medewerker van de Franse Senaat is opgepakt op verdenking van spionage voor Noord-Korea. Dat hebben gerechtelijke bronnen bevestigd, melden Franse media in de nacht van maandag op dinsdag. Benoît Quennedey neemt het al jaren op voor het regime van Kim Jong-un.

Quennedey werd zondag gearresteerd door de inlichtingendiensten. Hij wordt verdacht van het “verzamelen en leveren van informatie aan een buitenlandse mogendheid die waarschijnlijk de fundamentele belangen van de [Franse] natie zal ondermijnen”, oftewel het doorspelen van vertrouwelijke documenten aan Pyongyang. Een dag na zijn aanhouding werd zijn kantoor in de Senaat doorzocht. Als hij veroordeeld wordt voor spionage kan Quennedey tot dertig jaar cel krijgen. Er liep al sinds maart een onderzoek naar de man.

Quennedey is bestuurder bij de Directie Architectuur en Patrimonium, een departement dat zich bezighoudt met erfgoed, architectuur en tuinen. Hij legt zich voor de Senaat verder vooral toe op administratie en financiën. Daarnaast is hij lid en actievoerder van de linkse politieke partij Les Radicaux de Gauche.

Vriendschapsorganisatie

De Senaatsmedewerker stak zijn fascinatie voor Noord-Korea de afgelopen jaren niet onder stoelen of banken. Quennedey was voorzitter van de Frans-Koreaanse Vriendschapsorganisatie, een beweging die als doel heeft de banden tussen Parijs en Pyongyang te verbeteren. Wereldwijd zijn er tientallen ‘Vriendschapsorganisaties’ waarin aanhangers van het regime van Kim Jong-un in het buitenland het slechte imago van Noord-Korea proberen op te poetsen. Ook schreef Quennedey een boek en meerdere artikelen over Noord-Korea en reisde sinds 2008 zeker zeven keer naar het communistische land, voor het laatst drie maanden geleden. In Noord-Korea sprak hij met diverse hoogwaardigheidsbekleders, onder wie ceremonieel staatshoofd Kim Yong-nam.

Quennedey spreekt met Kim Yong-nam, een hoge Noord-Koreaanse politicus, in augustus 2017. Foto KCTV

De voorzitter van de Franse Senaat wilde tegenover persbureau AFP niet reageren op nieuws over de aanhouding. Eerder bleek dat Noord-Korea spionnen had in het Wereldvoedselprogramma en in UNESCO. Dat waren allen Noord-Koreaanse staatsburgers.

Een eerdere versie van dit bericht verscheen op 27 november 2018 bij NRC

Noord-Korea nodig Chinese president Xi Jinping uit

Ik sprak bij het programma Fris! op NPO Radio 1 over de uitnodiging van Pyongyang aan de Chinese president Xi Jinping om Noord-Korea te bezoeken. Dit zou het eerste staatsbezoek van een Chinees staatshoofd aan Noord-Korea zijn sinds 2005. Nadat Pyongyang in 2006 een kernwapen testte lieten Chinese presidenten zich niet meer zien.

Luister hier het fragment terug.

Noord-Koreaan klaagt Nederlands bedrijf aan om uitbuiting in Polen

Een Noord-Koreaanse arbeider heeft een Nederlands scheepsbouwbedrijf aangeklaagd voor het profiteren van jarenlange zware, vrijwel geheel onbetaalde arbeid die de Noord-Koreaan moest verrichten op een Poolse werf. Volgens de arbeider, die werkdagen van 12 uur of langer moest maken onder onveilige omstandigheden, wist het Nederlandse bedrijf dat er Noord-Koreanen werden uitgebuit op de werf Crist S.A., maar bleef het daarmee zaken doen.

Advocatenkantoor Prakken d’Oliveira heeft maandag aangifte gedaan van ‘opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van een ander’, wat strafbaar is volgens Nederlandse mensenhandelwetgeving (artikel 273f, lid 1, sub 6).

Het OM heeft nog niet laten weten of het tot vervolging overgaat. Het kantoor wil niet zeggen tegen welk bedrijf de zaak is aangespannen. ,,We willen het Openbaar Ministerie niet voor de voeten lopen”, zegt advocaat Barbara van Straaten aan de telefoon.

Er zijn aanwijzingen dat het om Damen gaat. Op de scheepslijst van Crist is Damen Maaskant Shipyards Stellendam het enige Nederlandse bedrijf dat na 2003 materialen heeft afgenomen bij de werf. Een woordvoerder van het bedrijf zegt niet van een aangifte op de hoogte te zijn.

De Zuid-Hollandse onderneming nam voor het laatst in 2014 drie schepen af bij Crist. Damen gaf eerder toe in het verleden met Noord-Koreanen te hebben gewerkt, maar zegt hier inmiddels mee te zijn gestopt. Op andere Poolse werven verrichten Noord-Koreanen bouw- en herstelwerkzaamheden voor meer Nederlandse bedrijven.

Naar schatting 150.000 Noord-Koreaanse arbeiders werken in het buitenland, waar zij continu in de gaten gehouden worden door agenten van de Noord-Koreaanse staat. Het grootste deel van hen bevindt zich in China, Rusland en het Midden-Oosten. Bijna altijd moeten de arbeiders vrijwel hun gehele loon afstaan aan Pyongyang, dat de export van staatsburgers gebruikt om aan harde valuta te komen.

De arbeiders krijgen vaak geen pauze, nauwelijks verlof en moeten ook in het buitenland verplicht propaganda-onderricht volgen. VN-sancties dicteren dat uiterlijk in december 2019 alle Noord-Koreaanse arbeiders teruggestuurd moeten zijn naar hun thuisland.

Bedrijven kiezen vaak voor het inhuren van Noord-Koreanen omdat zij zo goedkoop zijn. ,,Veel goedkoper dan wanneer je je zou houden aan het arbeidsrecht dat in de EU is afgesproken”, zegt van Straaten. Dat de naam van de arbeider anoniem is gehouden, is geen overdreven voorzichtigheid. Noord-Koreanen die vluchten en uit de school klappen over misstanden die het regime van Kim Jong-un begaan, worden geregeld bedreigd en geïntimideerd. Vaak dreigt Pyongyang hun achtergebleven familieleden te straffen als ze niet zwijgen en terugkeren naar Noord-Korea.

Ook de Noord-Koreaanse arbeider blijft uit veiligheidsoverwegingen anoniem. Het is niet bekend waar hij momenteel verblijft en in welke jaren hij in Polen werkzaam was.

Op de werf van Crist werkten tientallen Noord-Koreanen. Prakken d’Oliveira wijst erop dat er eerder signalen waren dat er sprake was van dwangarbeid op de werf.

Prakken d’Oliveira beticht de scheepsbouwer niet van uitbuiting maar wel van het financieel profiteren daarvan – ook strafbaar. ,,Onze cliënt stelt op basis van wat hij daar heeft opgemerkt en hoe de boel georganiseerd was op de werf dat het bedrijf wist van de uitbuiting”, aldus Van Straaten. Ook wijst ze erop dat er eerder sterke signalen waren dat er sprake was van dwangarbeid bij Noord-Koreanen op de werf. “Als je dan niet laat uitzoeken wat er gebeurd is, heb je niet voldaan aan je onderzoeksplicht”, zegt Van Straaten.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 8 november in nrc.next en NRC Handelsblad.

Interview Met ’t Oog op Morgen over seksueel geweld in Noord-Korea

Seksueel misbruik van vrouwen is in Noord-Korea schering en inslag. Na gesprekken met Noord-Koreaanse vluchtelingen zegt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch dat het overal gebeurt: op de markt, bij controleposten, op straat, in het openbaar vervoer, in gevangenissen en in kazernes. De daders zijn meestal mannen die het gezag vertegenwoordigen, zoals politieagenten, militairen en cipiers. Lees hierover ook mijn artikel voor NRC.

Misbruik is zo alledaags dat veel vrouwen niet eens beseffen dat het niet normaal is, staat in het rapport met de titel Je huilt ’s nachts, maar je weet niet waarom. De kans dat Noord-Koreaanse vrouwen naar buiten zullen treden is daarom miniem. Ik sprak bij Met ’t Oog op Morgen over seksueel geweld gepleegd door machtige mannen in Noord-Korea.

Luister hier het fragment van de uitzending terug

Seksueel geweld door machtige mannen in Noord-Korea aan orde van de dag

Toen de Noord-Koreaanse Kim Eun-a aangerand werd door een politieagent en advocaat, kwam het niet in haar op om aangifte te doen, omdat dergelijke zaken aan de orde van de dag zijn in Noord-Korea. „Dit soort misbruik wordt zo vaak gepleegd door overheidsfunctionarissen en eigenlijk iedere man met macht, dat het bij niemand opkomt een zaak aan te spannen”, aldus Kim. „De ‘wetshandhavers’ zijn zelf de daders, dus waar kun je heen? Het idee dat seksueel geweld slecht is, dat het niet mijn schuld zou zijn en dat een ‘wetshandhaver’ zou moeten proberen me te beschermen is niet eens in me opgekomen toen ik in Noord-Korea woonde”.

Van marktvrouwen tot actrices

Zoals Kim zijn er velen in Noord-Korea. Human Rights Watch interviewde 54 vrouwen die na het aantreden van huidige leider Kim Jong-un het land ontvluchtten. Ook sprak de mensenrechtenorganisatie met acht voormalige Noord-Koreaanse functionarissen. Niet eerder werd zo uitgebreid specifiek onderzoek gedaan naar seksueel geweld in het communistische land.

Het meeste misbruik werd volgens de ondervraagden gepleegd door leden van de bowibu, de Noord-Koreaanse veiligheidsdiensten. Dat gebeurde het vaakst in detentiecentra en bij informele markten, maar eigenlijk door het hele land. „We kozen favoriete actrices uit films en vroegen hotelpersoneel ze naar ons te brengen”, zei Goh Myun-chul die in Noord-Korea een hoge positie binnen de bowibu bekleedde. „Wie we ook kozen, ze werden binnen een uur naar onze kamers gebracht. Niemand wees ons ooit af.”

In Noord-Korea zijn markten formeel verboden, maar worden ze in de praktijk gedoogd. Dat maakt vrouwen die er werken extra kwetsbaar voor de veiligheidsdiensten, die hen geregeld dreigen met het ontnemen van hun inkomstenbron als zij niet doen wat hun wordt opgedragen. „Marktbewakers of politieagenten vroegen me vaak hen te volgen naar een lege kamer buiten de markt”, zei Oh Jung-hee. „Wat kon ik ertegen doen? Zij zien ons als [seks]speeltjes. Mannen zwaaien nu eenmaal de scepter over ons [vrouwen].”

‘Ik kreeg tenminste nog eten’

Veel Noord-Koreaanse vrouwen zwijgen over wat hun is aangedaan, omdat zij het zien als iets wat nu eenmaal bij het leven hoort. Een vrouw die werd verkracht door een politieagent en vervolgens weer werd vrijgelaten, zei dat ze pas in Zuid-Korea besefte dat ze verkracht was. „Op het moment zelf was ik niet ontdaan”, aldus Yoon Su-ryun. „Integendeel, ik vond dat ik geluk had gehad.”

Dit omdat ze na de mishandeling tenminste nog eten en kleding kreeg.

De meeste ondervraagden zeggen dat het in Noord-Korea nooit bij hen is opgekomen dat ze iets tegen de seksuele wanpraktijken konden doen, behalve proberen niet op te vallen en bepaalde plekken te mijden. Vrouwen die seksuele avances afwezen, werden vaak gestraft met inbeslagname van al hun handelswaar of met een enkele gang naar een van de beruchte Noord-Koreaanse strafkampen.

Vrouwen van wie bekend wordt dat zij verkracht zijn, krijgen in het patriarchale Noord-Korea vaak te maken met sociale uitsluiting en pesterijen. Dit omdat hun ‘seksueel pure’ imago is aangetast en omdat zij vaak de schuld krijgen van het seksuele geweld waarvan zij juist het slachtoffer zijn.

‘Vijf verkrachtingen per jaar’

Terwijl het mannen met macht zijn die het misbruik plegen, is bescherming door deze zelfde mannen het enige middel dat vrouwen kunnen inzetten om aan verkrachting en aanranding te ontkomen. Alleen echtgenotes van partijleden of mannen met een hoge positie in Noord-Korea worden standaard met rust gelaten.

Zelfs in de Noord-Koreaanse variant van de Koreaanse taal is terug te zien hoe weinig kennis er in het land is van seksueel geweld. Zo kent het noordelijke Koreaans geen term voor huiselijk geweld.

Een schrijnend voorbeeld was toen een Noord-Koreaanse afgevaardigde een onderhoud had met de commissie die toeziet op het VN-vrouwenverdrag, dat mondiaal discriminatie tegen vrouwen moet tegengaan. Pyongyang tekende het verdrag in 2001. Raadslid Park Kwang-ho kon niet uitleggen hoe zijn land ‘discriminatie van vrouwen’ definieerde. Hij had nog nooit van de term ‘verkrachting binnen het huwelijk’ gehoord en vroeg de commissie hem uit te leggen wat dit betekende. Toen de kwestie ter sprake kwam van vrouwen die bang waren hun baan te verliezen als ze niet met hun leidinggevende naar bed zouden gaan, zei Park dat het de keuze van de vrouw zelf is om in te stemmen of niet – en betoogde dat de chef niet gestraft dient te worden.

In 2015, het laatste jaar waarover Noord-Korea data verschafte, werden volgens de overheid slechts vijf mensen veroordeeld voor verkrachting. Terwijl Pyongyang met deze cijfers vermoedelijk wil beargumenteren dat Noord-Korea een misdaadvrij paradijs is, geven deze statistieken volgens Human Rights Watch vooral aan dat de regering het aanpakken van seksueel geweld op geen enkele wijze serieus neemt.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 1 november 2018 in NRC Handelsblad

Noord-Korea laat opgepakte Japanse toerist vrij

Een Japanse toerist die sinds begin augustus vastzat in Noord-Korea is zondag vrijgelaten. Dat hebben Noord-Koreaanse staatsmedia laten weten. Volgens Pyongyang werd Tomoyuki Sugimoto het land uitgezet “op humanitaire gronden”.

Het niet bekend op basis van welk verondersteld vergrijp Sugimoto was opgepakt. Staatsmedia meldden dat de man werd vastgehouden door “een relevante institutie om informatie in te winnen over zijn misdaad tegen de Noord-Koreaanse wetten”.

De man was in Noord-Korea als toerist op een groepsreis. Japan adviseert zijn burgers sinds 2016 om niet naar Noord-Korea te reizen, omdat hun veiligheid niet kan worden gegarandeerd. Tokio en Pyongyang onderhouden geen diplomatieke betrekkingen.

Slechte banden

De banden tussen Noord-Korea en oud-kolonisator Japan zijn al jaren slecht. In de jaren zeventig en tachtig kidnapten Noord-Koreaanse geheime agenten tientallen Japanse staatsburgers, vermoedelijk om spionnen te trainen in het communistische land. Japan eist dat deze mensen worden vrijgelaten en weigert Pyongyang economische hulp te geven. Ook wil Japan dat het regime van Kim Jong-un zijn kernwapenprogramma ontmantelt.

Noord-Korea heeft in het verleden meerdere buitenlandse toeristen opgepakt, vaak op verdenking van spionage of pogingen de staat omver te werpen. Meestal betrof het Amerikanen, die als drukmiddel werden ingezet tijdens onderhandelingen met de Verenigde Staten. Eenmaal overleed een 22-jarige toerist nadat hij in Noord-Korea hersenletsel opliep en in coma raakte. De oorzaak van zijn verwondingen zijn nooit helemaal opgehelderd.

Eenmaal werd een Nederlander opgepakt in Noord-Korea. De destijds 66-jarige Utrechtse postzegelhandelaar Willem van der Bijl zat in 2011 twee weken vast op verdenking van “staatsgevaarlijke activiteiten” en werd dagelijks urenlang verhoord. Uiteindelijk werd hij na een clementieverzoek vrijgelaten.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 26 augustus 2018 bij NRC

Rode Kruis: hittegolf in Noord-Korea leidt tot voedselproblemen

Een hittegolf die al sinds begin juli aanhoudt in Noord-Korea kan leiden tot ernstige voedselproblemen, tenzij gerichte actie wordt ondernomen. Daarvoor waarschuwt het Internationale Rode Kruis vrijdag. Vooral kinderen en ouderen lopen gevaar te worden getroffen.

Het hoofd van het Rode Kruis in Pyongyang, Joseph Muyambo, stelt dat rijst, maïs en andere gewassen “staat te verpieteren in de velden”. Dat kan volgens hem “catastrofale gevolgen hebben” voor de Noord-Koreaanse burgers.

Kinderen en ouderen extra kwetsbaar

Dat laatste geldt extra voor kinderen van vijf jaar en jonger, die door ernstige ondervoeding groeiproblemen kunnen ontwikkelen. Eerder werd de minimale lengte voor de dienstplicht in Noord-Korea al verlaagd toen de generatie die opgroeide tijdens de hongersnood (1994 – 1998) zich hiervoor moest melden.

Sinds het begin van juli is er geen regen meer gevallen in Noord-Korea. De eerste neerslag wordt pas halverwege augustus verwacht. De temperaturen in het land zijn gemiddeld zo’n 39 graden.

Geld uit noodfonds vrijgegeven

Om het leed van de zwaarst getroffen 13.700 Noord-Koreanen te verlichten heeft het Internationale Rode Kruis vrijdag 213.474 Zwitserse franc (187.065 euro) vrijgegeven uit zijn rampenfonds. Ook zijn er hulpteams en twintig waterpompen gestationeerd in het communistische land. Medewerkers en vrijwilligers van het Rode Kruis proberen Noord-Koreanen te onderwijzen in het herkennen van symptomen van ziektes die het gevolg zijn van de hitte en hoe die te behandelen zijn.

Hulporganisaties die in Noord-Korea werken krijgen geregeld met problemen te maken. Zo krijgen ze vaak geen toegang tot bepaalde gebieden en zijn bepaalde organisaties in het verleden zonder pardon het land uit gezet. Ook heeft het Noord-Koreaanse regime in het verleden noodhulp verstrekt aan het leger in plaats van aan hulpbehoevende burgers – of doorverkocht voor harde valuta.

Donors haken af

Vanwege deze problemen en corruptie loopt het bedrag dat wordt gedoneerd voor noodhulp aan Noord-Korea al jaren terug. Het Rode Kruis, de Wereldgezondheidsorganisatie en andere goede doelen roepen landen en particuliere donateurs op vooral geld te blijven geven. Reeds voor de droogte en hittegolf had 40 procent (zo’n 10 miljoen mensen) van de Noord-Koreaanse bevolking humanitaire hulp nodig. Muyambo:

“We kunnen niet toestaan dat deze situatie escaleert in een volledige voedselcrisis. We weten dat eerdere droogten de voedseltoevoer dusdanig heeft ontwricht dat er ernstige gezondheidsproblemen en ondervoeding in het land ontstonden.”

In de jaren negentig kwamen bij een grote hongersnood tussen de vijfhonderdduizend en twee miljoen burgers om het leven. Sindsdien is de voedselsituatie in het land verbeterd, maar nog altijd kampen miljoenen burgers met voedsel- en medicijnentekorten. Soms leiden te eenzijdige diëten tot ziektes als pellagra.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 10 augustus bij NRC

VS en Noord-Korea verstaan iets anders onder denuclearisering

Ondanks toezeggingen tijdens de historische top met president Donald Trump, heeft Noord-Korea zijn kernwapen- en raketprogramma’s niet gestaakt. Ook gaat het communistische land door met het ontwijken van VN-sancties. Dat blijkt uit een vertrouwelijk VN-rapport dat persbureau Reuters vrijdag onder ogen kreeg.

De Noord-Koreanen hebben sinds de top zelfs één of twee nieuwe Hwasong-15-raketten geproduceerd, zo blijkt uit onderzoek van The Washington Post. Deze projectielen kunnen met een reikwijdte van 13.000 kilometer ieder doel in de Verenigde Staten – en Nederland – bereiken en zijn vermoedelijk uit te rusten met een kernkop. Ook worden nucleaire faciliteiten nog volop draaiende gehouden.

Dit is mogelijk doordat de Amerikanen en Noord-Koreanen er ieder een eigen definitie van denuclearisering op nahouden. De Verenigde Staten hanteren een harde lijn, waarbij sancties pas worden opgeheven wanneer Pyongyang haar hele kernwapenprogramma ontmanteld heeft. Voor Noord-Korea betekent ‘denuclearisering van het Koreaanse schiereiland’ dat de VS al hun militairen terugtrekken bij de grens, en dat de Amerikanen hun nucleaire ‘paraplu’ voor Japan en Zuid-Korea intrekken. Pas daarna leveren de Noord-Koreanen eventueel ook hun kernwapens in. Bijkomend probleem is dat er (nog) geen afspraken gemaakt zijn over hoe snel Noord-Korea zijn kernwapens moet inleveren en wat voor inspectieregime hierop gaat toezien.

Stapjes van beide kanten

Hoewel de Noord-Koreaanse VN-missie afgelopen weekend weigerde commentaar te geven, liet de minister van Buitenlandse Zaken Ri Yong-ho zaterdag weten hoe Pyongyang denkt over de recente beschuldigingen. Hij stelde dat onderling vertrouwen alleen kan worden opgebouwd als beide zijden stapsgewijs acties ondernemen – heel anders dan de eenzijdige Noord-Koreaanse ontmanteling die de VS voor ogen heeft.

Ri stelde dat Noord-Korea al meerdere stappen in de goede richting heeft gezet. De toespraak lijkt voor Noord-Korea een opmaat naar het eisen van sanctieverlichting of terugtrekking van Amerikaanse troepen.

De minister richtte zich in zijn verklaring direct tot Trump en paste zijn klassieke verdeel-en-heersstrategie toe, door kritiek op het toenaderingsproces af te doen als gekonkel binnen Trumps regering.

Handel met Noord-Korea hervat
Hoewel de VS vooralsnog weigeren sancties te verlichten, hebben andere landen na de top in Singapore hun handel met Noord-Korea weer volop hervat. Noord-Koreaanse arbeiders stromen Rusland en China binnen en ook goederen gaan de grens met China weer over. Het VN-rapport meldde verder dat Pyongyang nog altijd raketten levert aan de oorlogsmachine van de Syrische president Bashar al-Assad en dat China en Rusland op zee stiekem olie overpompen naar Noord-Koreaanse schepen. China, Ghana, India, Mexico, Sri Lanka, Thailand, Turkije en Uruguay schonden een VN-embargo door Noord-Koreaans textiel in te voeren.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 6 augustus bij NRC

‘Rusland schendt sancties tegen Noord-Korea’

Rusland schendt op grote schaal sancties tegen Noord-Korea door nieuwe werkvergunningen te blijven verstrekken aan Noord-Koreaanse arbeiders. Dat meldt The Wall Street Journal donderdag. Sinds de strafmaatregelen in september 2017 werden afgekondigd, hebben zeker tienduizend nieuwe Noord-Koreaanse arbeiders zich in Rusland geregistreerd.

De sancties werden vorig jaar ingevoerd in een poging de Noord-Koreaanse kernwapen- en raketprogramma’s te treffen. In de maanden ervoor had Pyongyang meerdere langeafstandsraketten en een waterstofbom getest. Omdat de toen circa honderdduizend in het buitenland werkzame Noord-Koreaanse arbeiders een van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor het regime van Kim Jong-un waren, werd bepaald dat al deze arbeiders binnen twee jaar teruggestuurd moesten worden. Het verlenen van nieuwe of verlengen van bestaande werkvisa mocht niet volgens de VN-sancties, die ook door Rusland en China werden gesteund.

Nu blijkt dat Rusland toch op grote schaal nieuwe Noord-Koreaanse arbeiders vergunningen verleent. Noord-Koreanen zijn in het land vooral actief in de bouw. De stadions voor het WK voetbal in onder meer Sint-Petersburg werden mede gebouwd door Noord-Koreanen. Vaak worden de arbeiders ingehuurd door Russisch-Noord-Koreaanse joint ventures. In hetzelfde sanctiepakket werd bepaald dat die joint ventures moesten worden opgedoekt.

Geen loon en lange dagen

Bovendien geldt het werk dat Noord-Koreanen verrichten volgens criteria van de Internationale Arbeidsorganisatie als ‘dwangarbeid’. De Noord-Koreanen werken vaak onder onveilige en erbarmelijke omstandigheden, krijgen weinig pauze en werkdagen van 16 uur zijn geen uitzondering. Een aannemer in Sint-Petersburg verklaarde tegenover The Wall Street Journal dat zijn werknemers van 07.00 uur tot 22.00 uur en soms zelfs middernacht werkten.

De Noord-Koreanen krijgen ‘bewakers’ mee, die voor hen het loon innen. Onderzoek heeft aangetoond dat de Noord-Koreanen van dat loon meestal maar een fractie terugzien. Het leeuwendeel van het bedrag wordt weggesluisd naar Noord-Korea, waar het wordt geïnvesteerd in onder meer het leger, het kernwapenprogramma en de persoonlijke fondsen van de elite.

Om te voorkomen dat zij in contact komen met een maatschappij die vrijer is dan hun thuisland worden Noord-Koreanen vaak in afgeschermde barakken gehuisvest. Zij worden met bussen naar hun werkplek vervoerd, om erna terug te worden gebracht naar de woonbarakken – zonder verder iets van Rusland te zien. Na werk krijgen zij vaak nog ‘ideologisch onderricht’, oftewel een strak dieet van Noord-Koreaanse propaganda. Zo moet worden voorkomen dat zij hun geloof verliezen in de staatsleer van het Kim-regime.

Gezin blijft achter als borg

Een andere manier waarop wordt voorkomen dat Noord-Koreanen kritiek uiten of zelfs vluchten, is door alleen getrouwde mannen met kinderen naar het buitenland te sturen. Hun gezin blijft achter in Noord-Korea als borg – en wordt gestraft als de man de benen neemt. De Noord-Koreaanse staat screent zelfs of het echtpaar wel een goed huwelijk heeft, voor de man wordt uitgezonden.

Het is niet de eerste keer dat Rusland wordt betrapt op het schenden van VN-sancties tegen Pyongyang. Eerder pompten Russische schepen olie over naar Noord-Koreaanse tankers, terwijl de Verenigde Naties een embargo op olieleveranties hadden ingesteld. Hiermee hielp Rusland aan het ondergraven van de twee strengste onderdelen uit het sanctiepakket: het olie-embargo en wegsturen van Noord-Koreaanse dwangarbeiders.

De Russische ambassadeur in Noord-Korea Aleksandr Matsegora ontkende vrijdag dat Rusland VN-sancties heeft geschonden. Het land heeft, zo noteerde persbureau Interfax uit zijn mond, geen nieuwe Noord-Koreaanse arbeiders aangenomen. De nieuwe werkvergunningen die wel vergeven werden, waren voor Noord-Koreanen die al in het land werkten onder oude contracten.

Onderzoekers vermoeden dat ook China de VN-sancties niet volgens de letter uitvoert. Ook Chinese schepen leverden dit jaar nog olie aan Noord-Korea. Hoewel China veel Noord-Koreaanse arbeiders wegstuurde na het afkondigen van de sancties van vorig jaar, wordt vermoed dat inmiddels veel van hen zijn teruggekeerd. Sinds de top tussen Donald Trump en Kim Jong-un gaan er weer massaal goederen de grens over tussen China en Noord-Korea.

1,7 miljard euro

De circa honderdduizend Noord-Koreanen die afgelopen jaren in het buitenland werkten verdienden naar schatting jaarlijks zo’n 1,7 miljard dollar voor het regime van Kim Jong-un. Vorig jaar verbleven volgens overheidscijfers 24.000 Noord-Koreanen in Rusland. Werkelijke aantallen kunnen mogelijk hoger liggen.

Voor zover bekend zijn er in Nederland geen Noord-Koreaanse dwangarbeiders. Wel The Wall Street Journal donderdag. Sinds de strafmaatregelen in september 2017 werden afgekondigd, hebben zeker tienduizend nieuwe Noord-Koreaanse arbeiders zich in Rusland geregistreerd.

De sancties werden vorig jaar ingevoerd in een poging de Noord-Koreaanse kernwapen- en raketprogramma’s te treffen. In de maanden ervoor had Pyongyang meerdere langeafstandsraketten en een waterstofbom getest. Omdat de toen circa honderdduizend in het buitenland werkzame Noord-Koreaanse arbeiders een van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor het regime van Kim Jong-un waren, werd bepaald dat al deze arbeiders binnen twee jaar teruggestuurd moesten worden. Het verlenen van nieuwe of verlengen van bestaande werkvisa mocht niet volgens de VN-sancties, die ook door Rusland en China werden gesteund.

Nu blijkt dat Rusland toch op grote schaal nieuwe Noord-Koreaanse arbeiders vergunningen verleent. Noord-Koreanen zijn in het land vooral actief in de bouw. De stadions voor het WK voetbal in onder meer Sint-Petersburg werden mede gebouwd door Noord-Koreanen. Vaak worden de arbeiders ingehuurd door Russisch-Noord-Koreaanse joint ventures. In hetzelfde sanctiepakket werd bepaald dat die joint ventures moesten worden opgedoekt.

Geen loon en lange dagen

Bovendien geldt het werk dat Noord-Koreanen verrichten volgens criteria van de Internationale Arbeidsorganisatie als ‘dwangarbeid’. De Noord-Koreanen werken vaak onder onveilige en erbarmelijke omstandigheden, krijgen weinig pauze en werkdagen van 16 uur zijn geen uitzondering. Een aannemer in Sint-Petersburg verklaarde tegenover The Wall Street Journal dat zijn werknemers van 07.00 uur tot 22.00 uur en soms zelfs middernacht werkten.

De Noord-Koreanen krijgen ‘bewakers’ mee, die voor hen het loon innen. Onderzoek heeft aangetoond dat de Noord-Koreanen van dat loon meestal maar een fractie terugzien. Het leeuwendeel van het bedrag wordt weggesluisd naar Noord-Korea, waar het wordt geïnvesteerd in onder meer het leger, het kernwapenprogramma en de persoonlijke fondsen van de elite.

Om te voorkomen dat zij in contact komen met een maatschappij die vrijer is dan hun thuisland worden Noord-Koreanen vaak in afgeschermde barakken gehuisvest. Zij worden met bussen naar hun werkplek vervoerd, om erna terug te worden gebracht naar de woonbarakken – zonder verder iets van Rusland te zien. Na werk krijgen zij vaak nog ‘ideologisch onderricht’, oftewel een strak dieet van Noord-Koreaanse propaganda. Zo moet worden voorkomen dat zij hun geloof verliezen in de staatsleer van het Kim-regime.

Gezin blijft achter als borg

Een andere manier waarop wordt voorkomen dat Noord-Koreanen kritiek uiten of zelfs vluchten, is door alleen getrouwde mannen met kinderen naar het buitenland te sturen. Hun gezin blijft achter in Noord-Korea als borg – en wordt gestraft als de man de benen neemt. De Noord-Koreaanse staat screent zelfs of het echtpaar wel een goed huwelijk heeft, voor de man wordt uitgezonden.

Het is niet de eerste keer dat Rusland wordt betrapt op het schenden van VN-sancties tegen Pyongyang. Eerder pompten Russische schepen olie over naar Noord-Koreaanse tankers, terwijl de Verenigde Naties een embargo op olieleveranties hadden ingesteld. Hiermee hielp Rusland aan het ondergraven van de twee strengste onderdelen uit het sanctiepakket: het olie-embargo en wegsturen van Noord-Koreaanse dwangarbeiders.

De Russische ambassadeur in Noord-Korea Aleksandr Matsegora ontkende vrijdag dat Rusland VN-sancties heeft geschonden. Het land heeft, zo noteerde persbureau Interfax uit zijn mond, geen nieuwe Noord-Koreaanse arbeiders aangenomen. De nieuwe werkvergunningen die wel vergeven werden, waren voor Noord-Koreanen die al in het land werkten onder oude contracten.

Onderzoekers vermoeden dat ook China de VN-sancties niet volgens de letter uitvoert. Ook Chinese schepen leverden dit jaar nog olie aan Noord-Korea. Hoewel China veel Noord-Koreaanse arbeiders wegstuurde na het afkondigen van de sancties van vorig jaar, wordt vermoed dat inmiddels veel van hen zijn teruggekeerd. Sinds de top tussen Donald Trump en Kim Jong-un gaan er weer massaal goederen de grens over tussen China en Noord-Korea.

1,7 miljard euro

De circa honderdduizend Noord-Koreanen die afgelopen jaren in het buitenland werkten verdienden naar schatting jaarlijks zo’n 1,7 miljard dollar voor het regime van Kim Jong-un. Vorig jaar verbleven volgens overheidscijfers 24.000 Noord-Koreanen in Rusland. Werkelijke aantallen kunnen mogelijk hoger liggen.

Voor zover bekend zijn er in Nederland geen Noord-Koreaanse dwangarbeiders. Wel bleek eerder dit jaar uit onderzoek dat meerdere Nederlandse scheepsbouwbedrijven in Polen vaartuigen lieten vervaardigen door Noord-Koreaanse dwangarbeiders. “>bleek eerder dit jaar uit onderzoek dat meerdere Nederlandse scheepsbouwbedrijven in Polen vaartuigen lieten vervaardigen door Noord-Koreaanse dwangarbeiders.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 3 augustus bij NRC

Veteranen willen dat Rutte zich inspant om in de Koreaanse Oorlog gesneuvelde Nederlanders terug te halen

Op 1 augustus stuurden Nederlandse veteranen van de Koreaanse Oorlog (1950 – 1953) een brief aan premier Rutte. Daarin vroegen zij Rutte zich in te spannen bij het Noord-Koreaanse regime om de lichamen van vijf gesneuvelde Nederlandse militairen te repatriëren. De premier reageerde diezelfde dag dat hij spoedig met de veteranen om tafel zou gaan zitten.

Die avond sprak ik bij Margriet van der Linden over het verloop van de Koreaanse Oorlog, over hoe kansrijk het veteranenvoorstel is en hoe het sinds de top tussen Trump en Kim Jong-un gaat rondom Noord-Korea. Het fragment waarin ik en VOKS-vicedirecteur Leo Schreuders spreken is hier terug te zien: