Kim Jong-un bereid tot ontmanteling kernwapens?

Het kwam dinsdag als een verrassing: Noord-Korea is bereid met de Verenigde Staten te onderhandelen over ‘denuclearisering’, de ontmanteling van het omstreden kernwapenprogramma. Dat terwijl Pyongyang het opgeven van haar nucleaire wapens de afgelopen jaren consequent ‘ononderhandelbaar’ noemde. Wel zei Noord-Korea hier alleen heil in te zien als de veiligheid van het regime van Kim Jong-un gegarandeerd wordt en militaire dreigingen tegen het land verdwijnen.

Dat meldde een Zuid-Koreaanse delegatie na terugkeer van een tweedaags bezoek aan Noord-Korea, het eerste in zijn soort sinds het aantreden van Kim Jong-un in 2011. Daar werd verder afgesproken om een top te houden tussen Kim en de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in, de eerste ontmoeting op staatshoofdniveau sinds 2007. Ook komt er een speciale hotline tussen de kantoren van beide leiders. Noord-Korea bevestigde dat de Zuid-Koreaanse delegatie is langs geweest, maar heeft nog niet inhoudelijk over de besprekingen bericht.

De Verenigde Staten reageerden dinsdag sceptisch. De Noord-Koreanen trachtten afgelopen maanden een wig te drijven tussen bondgenoten VS en Zuid-Korea, door de eerste om de oren te slaan met dreigementen en raketproeven en de tweede juist te overladen met beloftes om de banden aan te halen.

‘Valse hoop’

>De Amerikaanse president Donald Trump sprak dinsdag op Twitter van een mogelijk „serieuze poging” om tot een vergelijk te komen, maar voegde hier direct aan toe dat het ook „valse hoop” kan wekken. „De Verenigde Staten zijn bereid om hard te gaan in beide richtingen”, aldus Trump, die hiermee vermoedelijk doelt op het opvoeren van diplomatie dan wel verdere economische en politieke druk, die mogelijk kan uitmonden in militair optreden.

Het is dan ook twijfelachtig dat de Noord-Koreanen werkelijk hun kernwapens zullen opgeven. Afgelopen decennium zette het land juist het gros van zijn beperkte middelen in om kernwapens en langeafstandsraketten te ontwikkelen. Dit slokte niet alleen een enorm deel van het krappe staatsbudget op, het leverde Pyongyang ook tal van economische sancties op en de reputatie van internationale paria. Sinds de Amerikaanse invasie in Irak, die resulteerde in de afzetting van Saddam Hoessein, is het Noord-Koreaanse bewind als de dood dat zij het volgende slachtoffer van een Amerikaanse militaire interventie wordt.

Sinds januari heeft Pyongyang de trukendoos richting Zuid-Korea flink opengetrokken. Noord-Korea nam deel aan de Winterspelen in Pyeongchang en herstelde twee hotlines tussen de Korea’s.

Dat Noord-Koreaanse charmeoffensief richting Zuid-Korea werd pas gelanceerd nádat Pyongyang in november bewees dat zij nu het gehele Amerikaanse vasteland kan treffen met raketten – die mogelijk kunnen worden uitgerust met kernkoppen. Voor die tijd deed de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in tal van verwoede pogingen om overleg te organiseren met Noord-Korea, maar kreeg daarbij steeds nul op het rekest.

De veiligheidsgarantie die Pyongyang eist is op zich niet onredelijk, maar wekt wel direct wantrouwen over hoe serieus Noord-Korea is. Mogelijk stelt Kim Jong-un de VS onmogelijke eisen, zoals het terugtrekken van de circa 28.500 Amerikaanse militairen uit Zuid-Korea of het staken van gezamenlijke militaire oefeningen van Seoul en Washington. Als Trump die voorstellen van de hand wijst, kan Noord-Korea zich als de gebeten hond opstellen en zich weer vastklampen aan zijn kernwapens, die in staatsmedia koosnaampjes hebben als „het heilige zwaard der gerechtigheid”.

De Amerikanen eisen van Pyongyang toezeggingen het kernwapenprogramma te ontmantelen voor zij in gesprek willen gaan. Wellicht belooft Kim denuclearisering slechts om een overleg met de VS af te dwingen. Daarin zal Noord-Korea mogelijk aansturen op verlichting van de sancties en economische hulp. Maar dat Pyongyang daar zijn kernwapens voor inruilt, lijkt een brug te ver.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 6 maart bij NRC

Nederlandse scheepsbouwers lieten schepen bouwen op Poolse werven waar Noord-Koreaanse dwangarbeiders werkten

Tot en met 2017 werkten tientallen Noord-Koreaanse dwangarbeiders op een Poolse werf. In die periode lieten elf Nederlandse bedrijven er schepen of onderdelen bouwen. Het contante geld dat het werk opleverde, ging naar het regime van Kim Jong-un.

De afgelopen maanden deed ik onderzoek naar hoe Noord-Koreaanse dwangarbeiders werden ingezet op de werf van Partner Stocznia, waar tientallen Nederlandse schepen werden gebouwd. Het resultaat is te lezen op de website van De Correspondent.

5a79a45aef1d53129293556

Nederlandse generatoren op weg naar Noord-Korea onderschept

Nederland heeft een aantal generatoren onderweg naar Noord-Korea onderschept voordat deze het communistische land konden bereiken. De apparatuur werd geleverd door een Nederlands bedrijf. Dat schrijft Nederland in een rapport over hoe het land de VN-strafmaatregelen tegen Pyongyang heeft nageleefd.

De Nederlandse autoriteiten kwamen het transport op het spoor door een tip van een EU-land. Het bedrijf dat de goederen leverde, dat in het verslag niet bij naam genoemd wordt, werd hierop direct door inspecteurs bezocht. Zij kregen te horen dat de generatoren enkele dagen voordat Nederland getipt was, verscheept waren.

Hierop werd de route van het schip dat de generatoren vervoerde uitgestippeld, waarna het vaartuig door transpondergegevens kon worden opgespoord. Een transponder is een elektronisch apparaat dat de locatie van schepen doorgeeft. Nederland legde contact met de douane van de eerste haven waar het schip zou aanmeren. Die bevond zich in een andere niet nader geïdentificeerde EU-lidstaat, zo bevestigde het ministerie van Buitenlandse Zaken. Douaniers haalden daar de container met de goederen van het schip af en vervoerden die terug naar Nederland. De onderschepping vond plaats in samenwerking met niet nader genoemde andere EU-landen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken wilde niet zeggen om welk bedrijf het ging. Ook over de identiteit van de Noord-Koreaanse zakenpartner werden geen verdere uitspraken gedaan.

De Nederlandse exporteur had zaken gedaan met een in Europa woonachtige Noord-Koreaan, die zich tegenover zijn zakenpartner als Chinees had uitgegeven. Vermoedelijk probeerde hij op deze wijze sancties van de VN en de EU tegen het leveren van bepaalde goederen aan Pyongyang te omzeilen. De transporten werden via logistieke bedrijven in China naar Noord-Korea verscheept. Op die wijze kon de eindbestemming worden verhuld, zo gaf de Noord-Koreaanse handelspartner toe na ondervraging. Hij bekende dat dit het derde transport naar Noord-Korea was dat hij op deze wijze organiseerde.

Bedrijf niet vervolgd

Noord-Korea hanteert een reeks technieken om inspecties van scheepstransporten te vermijden. Zo varen Noord-Koreaanse schepen vaak onder vlaggen van andere landen. Ook worden geregeld transponders lange tijd uitgezet, waardoor vaartuigen niet zichtbaar zijn op de radar. Noord-Koreaanse bedrijven die sancties aan hun broek krijgen, worden vaak opgedoekt en zien vervolgens onder een nieuwe naam een dag later weer het levenslicht.

Het betrokken Nederlandse bedrijf was er niet van op de hoogte dat de generatoren niet naar China, maar Noord-Korea zouden gaan. De onderneming wordt dan ook niet vervolgd en is volgens Nederland niet schuldig aan het schenden van VN-sancties.

In 2017 gaf geen enkele in Nederland gevestigde financiële instelling aan dat jaar zaken te hebben gedaan met Noord-Korea. Wel ontving de Autoriteit Financiële Markten (AFM) via diplomatieke kanalen een tip dat een instelling mogelijk betrokken was bij het schenden van EU-sancties tegen Pyongyang. Er werd tweemaal inspectie gedaan bij de organisatie, waarvan eenmaal onaangekondigd. Daarbij werden geen bewijzen voor de aantijgingen gevonden.

De onderscheppingsactie vond vorig jaar plaats en werd in december al in een implementatierapport aan de Verenigde Naties bericht, maar wordt nu pas opgepikt. Het verslag ging over in augustus en september opgelegde sancties, waarin onder meer bepaald werd dat olie- en petroleumexport naar Noord-Korea drastisch wordt teruggebracht en dat visa van Noord-Koreaanse (dwang)arbeiders in andere landen niet meer verlengd mogen worden.

Arbeiders

Afgelopen oktober stelde de Europese Unie de strengste economische sancties tegen Pyongyang in tot nu toe. EU-lidstaten mogen op geen enkele wijze meer in Noord-Korea investeren. Ook werd een olie-embargo ingesteld en werden de tegoeden van drie Noord-Koreaanse personen en zes bedrijven bevroren.

Voor die tijd was het niet verboden voor EU-landen om zaken te doen met Pyongyang, zolang dit niet gebeurde in de wapenindustrie, mijnbouw en andere sectoren die de omstreden kernwapen- en raketprogramma’s van Pyongyang ten goede zouden komen. Hoewel generatoren geen militaire producten zijn, zouden zij wel een rol kunnen vervullen in de ondersteuning van het Noord-Koreaanse atoomprogramma.

In 2016 importeerde de Europese Unie voor slechts 6 miljoen aan goederen uit Noord-Korea en werd voor 19 miljoen uitgevoerd. Het gros van de export bestond uit industriële goederen. Het is niet bekend hoeveel van de import en export voor rekening van Nederland komt.

De belangrijkste inkomstenbron voor Pyongyang in Europa zijn de honderden Noord-Koreaanse arbeiders die in Polen werken in de bouw en de scheepsbouw. Zij werken daar vaak meer dan 12 uur per dag onder erbarmelijke omstandigheden. Vaak krijgen zij niet of nauwelijks betaald. Hun loon gaat namelijk naar het Noord-Koreaanse regime.

Een eerdere versie van dit artikel werd op 10 januari gepubliceerd bij NRC

Sport brengt Noord- en Zuid-Korea tot elkaar

Noord-Korea stuurt een delegatie naar de Olympische Winterspelen in Zuid-Korea, die over precies een maand plaatsvinden in Pyeongchang. Dat is deze dinsdag afgesproken tijdens de eerste onderhandelingsronde tussen Noord- en Zuid-Korea in grensplaats Panmunjom in de gedemilitariseerde zone. Het waren de eerste gesprekken op hoog niveau sinds december 2015.

Ook is per direct een telefoonverbinding tussen de legers van beide landen hersteld. Contact tussen de krijgsmachten moet onbedoelde schermutselingen helpen voorkomen, bevestigde de Zuid-Koreaanse delegatie. Vorige week werd al een hotline hersteld tussen de regeringen van Noord- en Zuid-Korea, op instigatie van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un.

Seoul pleit ervoor atleten uit beide Korea’s gezamenlijk te laten lopen tijdens de openings- en slotceremonie van de Winterspelen. Dat gebeurde voor het laatst in 2006 op de Spelen in Turijn. Toen hielden een Noord- en een Zuid-Koreaan gezamenlijk de zogeheten herenigingsvlag vast: een wit doek met daarop een lichtblauw herenigd Koreaans schiereiland.

Naast de twee kunstschaatsers die zich als enige Noord-Koreaanse sporters voor de Spelen plaatsten, wil Pyongyang regeringsfunctionarissen, media en een taekwondo-team sturen. De Noord-Koreaanse vechtsporters geven volgende maand in Pyeongchang een voorstelling. Zowel het Internationaal Olympisch Comité (IOC) als de Zuid-Koreaanse overheid heeft aangeboden de Noord-Koreaanse deelname te bekostigen.

Pyongyang stuurt tevens de befaamde cheerleaders – de ook in Zuid-Korea populaire jonge Noord-Koreaanse vrouwen die met groot enthousiasme hun landgenoten aanmoedigen. De huidige First Lady van Noord-Korea, Ri Sol-ju, was voor ze Kim Jong-un ontmoette zo’n cheerleader.

Familiereünies

De Zuid-Koreaanse onderhandelaars stelden verder voor volgende maand reünies te organiseren voor door de grens gescheiden familieleden. De Noord-Koreanen hebben hier nog niet op gereageerd. Seoul overweegt tijdelijk sancties tegen Noord-Korea op te heffen.

Beide Korea’s stuurden een delegatie van vijf man, twee van hen houden zich met sport en de Spelen bezig. Ze spraken in een vergaderruimte in het Vredeshuis in Panmunjom. Tijdens het overleg werd mineraalwater geschonken uit olympische stad Pyeongchang. De Zuid-Koreaanse delegatie droeg speldjes met het olympische logo, de Noord-Koreanen rode speldjes met de portretten van oud-leiders Kim Il-sung en Kim Jong-il.

Pyongyang stuurde ervaren onderhandelaar Ri Son-gwon. Deze kolonel leidt de Commissie voor Vreedzame Hereniging, het Noord-Koreaanse orgaan dat gaat over relaties met het zuiden. Hij was sinds 2004 aanwezig bij zeker 27 overleggen en staat bekend als een havik en een driftkikker. In 2011 stormde hij na 10 minuten schreeuwend weg.

Ri begon dinsdag met een grapje tegenover de Zuid-Koreaanse hoofdonderhandelaar, minister van Eenwording Cho Myoung-gyon. „De inter-Koreaanse betrekkingen waren ijziger dan het weer”, aldus Ri. Voorafgaand aan de besprekingen vroor het in Panmunjom. De Noord-Koreaan stelde voor journalisten toe te laten tot het overleg, opdat iedereen kan zien hoe serieus zijn land de banden wil aanhalen. Zuid-Korea, beducht voor Noord-Koreaanse propagandastunts, eiste dat de gesprekken achter gesloten deuren zouden worden gehouden.

Een ander gunstig voorteken: Ri droeg voor het eerst een pak. De kolonel komt doorgaans in militair uniform en marcheert soms naar de gesprekken. Dinsdag zei Ri te hopen dat de besprekingen „waardevolle resultaten” opleveren, die „een eerste nieuwjaarscadeau” kunnen zijn voor het Koreaanse volk.

Ri is de rechterhand van generaal Kim Yong-chol, het 72-jarige hoofd van de Noord-Koreaanse inlichtingendiensten. Die staat bekend als een ijzervreter voor wie het perfectioneren van kernwapens en raketten belangrijker is dan economische hervormingen of het welzijn van de bevolking. Onder Kim Jong-un is deze militair georiënteerde kliek, waartoe Ri dus ook behoort, invloedrijker dan ooit.

De Zuid-Koreaanse onderhandelaar Cho (60) neemt al sinds de jaren negentig deel aan inter-Koreaans overleg en reisde tweemaal naar Pyongyang. Hij staat bekend als een warm pleitbezorger van meer politieke en economische samenwerking met Noord-Korea. Cho wordt door collega’s omschreven als iemand van onbesproken gedrag.

Wapenvertoon

De Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in maakt zich sinds zijn aantreden in mei 2017 hard voor betere banden met Pyongyang. Tot nu toe werden al zijn voorstellen afgeslagen of genegeerd en focuste Noord-Korea zich op het demonstreren van de razendsnelle ontwikkelingen van zijn raket- en kernwapenprogramma’s.

Met dat wapenvertoon vers in het geheugen, is de vraag hoe oprecht de Noord-Koreaanse intenties zijn. Analisten vermoeden dat Kim Jong-un een gewillig Zuid-Korea wil vleien om het Zuid-Koreaanse bondgenootschap met de Verenigde Staten te verstoren, die juist hardere sancties en meer druk voorstaan.

Waarom wil Kim nu ineens praten? In 2017 realiseerde Noord-Korea een lang gekoesterde wens: de mogelijkheid de VS te treffen met een kernwapen. Pyongyang denkt met deze troefkaart gevrijwaard te zijn van een toekomstige militaire invasie door Washington. Je valt immers niet snel een land aan dat jou met een atoombom kan treffen.

Dat heeft president Donald Trump er niet van weerhouden te dreigen met de „totale vernietiging” van het land. Door de banden aan te halen met een gewillig Zuid-Korea zou Kim Jong-un een wig willen drijven tussen Seoul en Washington.

Een eerdere versie van dit artikel werd op 9 januari gepubliceerd bij NRC

Noord-Korea: we zijn nu atoommacht

Na de wereld getart te hebben met atoomproeven, rakettests en oorlogstaal, verklaarde de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un woensdag dat hij zijn doel heeft bereikt. Na een nachtelijke proef met een nieuw type intercontinentale ballistische raket (de Hwasong-15) stelde Kim dat het kernwapenprogramma voltooid is. Met een geschat bereik van 13.000 kilometer kan Pyongyang nu het hele Amerikaanse vasteland treffen, het Witte Huis en New York incluis.

President Donald Trump, die eerder nog dreigde met „vuur en woede” en „de totale vernietiging van Noord-Korea”, reageerde laconiek. De Verenigde Staten zouden de zaak wel oplossen, zo verzekerde Trump: „Er is niets veranderd. We hebben een hele serieuze benadering. ”

De VS proberen met militaire dreiging en internationale sancties de druk op Pyongyang op te voeren. Vorige week plaatsten de VS Noord-Korea nog op een lijst van landen die terrorisme ondersteunen, hetgeen zwaardere sancties mogelijk maakt.

De nieuwste test was een duidelijke boodschap aan de VS: wij kunnen jullie overal en te allen tijde raken. Sinds het begin van dit jaar heeft Pyongyang niet alleen geoefend met raketten met een steeds groter bereik, maar ook met het verrassingseffect. Noord-Korea vuurde projectielen af van bases die tot op dat moment onbekend waren. Ook werden lanceringen vanaf onderzeeboten getraind. En nu werd er voor het eerst ‘s nachts een raket afgevuurd.

Deze ontwikkeling zorgt er voor dat de dreiging niet zomaar uitgeschakeld kan worden door alle Noord-Koreaanse bases en raketopslagplaatsen in de as te leggen, zoals Zuid-Korea soms dreigt. Mocht Washington of Seoul dat proberen, dan heeft Pyongyang altijd nog verborgen lanceerbases, ondergrondse raketdepots en mobiel verplaatsbare projectielen, zogeheten second strike capability.

Volgens Noord-Koreaanse staatsmedia kan de Hwasong-15 worden uitgerust met een „supergrote zware springkop”. Het projectiel werd in een scherpe verticale boog gelanceerd en bereikte daarbij een hoogte van bijna 4.500 kilometer. De raket kwam hemelsbreed 950 kilometer van het lanceerplatform ten oosten van Noord-Korea in zee terecht.

De Amerikaanse minister van Defensie Mattis sloeg een bezorgde toon aan. Hij zei dat de raket „verder en hoger kwam” dan eerder geteste wapens en dat de Noord-Koreanen nu „iedere plek ter wereld kunnen bedreigen”. De Hwasong-15 bedreigt volgens hem „de wereldvrede, de regionale vrede en zeker de Verenigde Staten”. Minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson zei dat het nog niet te laat was voor Pyongyang om plaats te nemen aan de onderhandelingstafel.

De directe buurlanden van Noord-Korea, Japan en Zuid-Korea, reageerden in scherpe bewoordingen. De Japanse premier Shinzo Abe pleitte voor nog strengere sancties. Hij kreeg hierin bijval van de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in, die ook pleitte voor diplomatiek overleg met Pyongyang. De VN-Veiligheidsraad komt woensdag bijeen om over de kwestie te praten.

Seoul reageerde ook militair. Slechts zes minuten na de lancering van de Hwasong-15 oefende de Zuid-Koreaanse krijgsmacht een precisiebombardement uit. Daarbij werden drie projectielen gelanceerd – vanaf een raketinstallatie, een marineschip en vanuit een straaljager – die een doel raakten op exact dezelfde afstand als de locatie waarvandaan het Noord-Koreaanse projectiel was gelanceerd. De actie was volgens de Zuid-Koreaanse krijgsmacht een succes: alle drie raketten troffen het doel op hetzelfde moment.

Ook al heeft Noord-Korea zich nu uitgeroepen tot atoommacht, dat betekent vermoedelijk niet dat de raket- en kernproeven zullen stoppen. De nieuwe Hwasong-15 is pas één keer getest en de lancering van woensdag was pas de derde proef met een intercontinentale ballistische raket. Hoewel de tests succesvol waren, twijfelen analisten of Pyongyang alle kneepjes van de rakettechnologie al onder de knie heeft. Kan Noord-Korea al een kernwapen zo klein maken dat het op een raketkop past? En zo ja, kan het projectiel door het toegenomen gewicht dan nog steeds Washington halen? En heeft Noord-Korea technologie die voorkomt dat de lading vroegtijdig ontploft?

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 29 november 2017 in NRC Handelsblad.

Hoe Noord-Koreaanse diplomaten ivoor uit Afrika smokkelden

Noord-Koreanen hebben de afgelopen dertig jaar op grote schaal ivoor, hoorns van neushoorns en goud uit Afrika gesmokkeld. De daders? Geen reguliere misdaadnetwerken, maar Noord-Koreanen met een diplomatiek paspoort. De ambassademedewerkers gebruikten hun diplomatieke onschendbaarheid om met tassen vol smokkelwaar en grote geldbedragen door de douane te komen.

Dat blijkt uit een rapport van het Global Initiative against Transnational Organized Crime, een ngo die onderzoek doet naar georganiseerde, grensoverschrijdende misdaad. Experts onderzochten bestaande en historische netwerken, waarvoor zij met meerdere gevluchte Noord-Koreaanse oud-diplomaten spraken. Sinds 1986 werden Noord-Koreanen met een diplomatiek paspoort achttien keer betrapt bij het smokkelen van ivoor of hoorns van neushoorns. Dat betreft alleen de mensen die gepakt werden. Volgens voormalige Noord-Koreaanse handelaars verliep de smokkel doorgaans zonder problemen.

Lees hier mijn hele artikel op de website van OneWorld

elephant-2838706_1920-1160x670

Recensie Bandi – De aanklacht

Er was Han Gyeong-hee nog zo gezegd dat zij de gordijnen van haar appartement in hartje Pyongyang niet mocht sluiten. Maar haar zoon Myeong-shik werd zo bang van de enorme beeltenissen van Karl Marx en Kim Il-sung op het plein waar de gezinswoning op uitkeek, dat ze de jongen toch beschermde tegen dat uitzicht.

Deze ogenschijnlijk onschuldige handeling werd door een secretaris van de Koreaanse Arbeiderspartij opgevat als verraad. Iemand die niet overstroomde van liefde en dankbaarheid bij het zien van het stralende gelaat van de Grote Leider verdiende een enkeltje strafkamp.

Deze scène, uit de verhalenbundel De aanklacht van de Noord-Koreaanse dissidente schrijver Bandi (een alias dat ‘vuurvlieg’ in het Koreaans betekent), toont een Noord-Korea waar relatief weinig op gefocust wordt in de algemene berichtgeving: het dagelijkse leven en bestaan van gewone burgers in het totalitaire land. Het nieuws richt zich hoofdzakelijk op steeds spannendere militaire ontwikkelingen en op de in westerse ogen bizarre propaganda-cultus rondom leider Kim Jong-un. Maar de levens en het leed van de 25 miljoen Noord-Koreaanse burgers blijven grotendeels buiten beeld.

Dit is des te schrijnender omdat geen bewind op aarde de mensenrechten van zijn eigen bevolking zo schendt als het Kim-regime. Een VN-rapport uit 2014 sprak van schendingen ‘die wereldwijd hun gelijke niet kennen’. Hoog tijd dus voor een in Noord-Korea geschreven boek dat de aandacht vestigt op het bestaan van de Noord-Koreaanse burger.

In de afgelopen vier jaar zijn er meer memoires verschenen van Noord-Koreaanse vluchtelingen dan in alle jaren ervoor. Zij schreven, vaak met hulp van een westerse ghostwriter, over hun levens in het dictatoriale land en de moeilijke vlucht daarvandaan. Bekende voorbeelden zijn Vlucht uit Kamp 14 van Shin Dong-hyuk en het in 2015 verschenen Meisje met zeven namen van Hyeonseo Lee. Deze verslagen van Noord-Koreanen zijn uiterst waardevol, omdat die nog te vaak ontbreken wanneer er gesproken wordt over het land.

data20278627-452744

Agenten omgekocht

Een bundel met op de realiteit gebaseerde verhalen, geschreven door een auteur die nog in Noord-Korea verblijft, bestond tot nu toe niet – behalve in de kluis van Bandi. Een vriendin van de schrijver die van dit werk wist, ontvluchtte Noord-Korea, maar werd opgepakt door de Chinese politie. Die dreigde de vrouw terug te sturen. Met dank aan de Zuid-Koreaanse mensenrechtenactivist Do Hee-hyun, die de Chinese agenten omkocht, wist Bandi’s kennis alsnog Zuid-Korea te bereiken. Daar vertelde zij Do over de verhalen.

De activist stuurde een Chinese kennis naar het huis van Bandi, die de schrijver aanbood om zijn manuscript in een boek van oud-leider Kim Il-sung (1912–1994) te verstoppen. Bandi ging akkoord en zo kwamen de verhalen in het bezit van Do, die het werk liet uitgeven en vertalen.

De (on)gewone dagelijkse levens van Noord-Koreaanse burgers vormen de kern van alle verhalen in De aanklacht. De kritische fictie speelt zich grotendeels af in de jaren negentig, tijdens de nadagen van het lange bewind van Kim Il-sung. De titel van het boek is tegelijkertijd de verbindende factor in de zeven verhalen: een personage wordt ergens van beschuldigd en ziet zich als nietig individu geplaatst tegenover een almachtig ogend regime. De ‘aanklacht’ wordt bewust ingezet als pressiemiddel, waarbij burgers vaak moeten kiezen tussen loyaliteit aan het regime en vervolging van hun familie. De moedeloosheid die de ‘verdachte’ ervaart, wordt versterkt doordat de personages zich vaak nergens toe kunnen wenden voor hulp. In een land waar individualiteit een halszaak is, staan mensen er toch vaak alleen voor.

Het eerste verhaal, ‘Verslag van een deserteur’, toont treffend de werking van ‘Songbun’, het Noord-Koreaanse kastenstelsel. Dit systeem kent drie categorieën, die iemands veronderstelde houding ten opzichte van het bewind weergeven: loyaal, weifelend en vijandig. Je kaste, tot op drie generaties overerfbaar, bepaalt je maatschappelijke kansen en status in Noord-Korea.

In ‘Verslag van een deserteur’ mag een kind geen klassenpresident meer zijn, omdat een grootvader die hij nooit gekend heeft zich als welvarende boer in de jaren veertig tegen de landbouwcollectivisatie zou hebben verzet. Dit wordt betreurd door zijn tante, die op haar beurt door haar man gewantrouwd wordt vanwege het kastenverschil tussen beide partners. Als de vrouw vervolgens na een lang gekoesterde kinderwens eindelijk zwanger wordt en zij erachter komt dat haar status lager is geworden, zakt de grond onder haar voeten weg. Het voelt ineens alsof zij een onschuldig, ongeboren wezen veroordeelt tot een leven vol lijden.

Beklemmende sfeer

Bandi toont de lezer ook de absurditeit van het bestaan in Noord-Korea – en dan niet op een komische, maar op kafkaëske wijze. Bijvoorbeeld in ‘Zo dichtbij, maar toch zo ver weg’, waarin Myeong-chol zijn stervende moeder wil opzoeken om afscheid te nemen. In Noord-Korea is het burgers niet alleen verboden om het land te verlaten, ook binnenlands mag er enkel met een vergunning naar een andere regio worden gereisd. En die zijn, zeker zonder steekpenningen, niet zomaar te krijgen. Bandi beschrijft een ‘beklemmende sfeer’ bij het Tweede Departement, waar een reispapier kan worden gehaald. Die is niet louter het gevolg van de hitte en het grote aantal mensen dat zich in een krappe wachtruimte heeft gepropt. ‘Het kwam ook door alle posters met „Reisvoorschriften”, zo talrijk dat de muur er bijna helemaal onder schuilging, en door de barse woorden die erop stonden: „boete”, „werkkamp”, „juridische sancties”’.

Wanneer Myeong-chols verzoek onverbiddelijk wordt afgewezen, wil de man het het liefst op een janken zetten en zijn ‘vuist ten hemel […] heffen’. Maar zelfs je emoties de vrije loop laten gaat niet zomaar in het arbeidersparadijs van de familie-Kim. ‘In bepaalde omstandigheden kon zelfs huilen al worden gezien als een daad van verzet, wat in dit land maar tot één ding kon leiden: een wisse dood. De wetten van dit land dwongen je te blijven glimlachen, zelfs als je werd verteerd door pijn, en alles wat in je binnenste brandde, moest worden onderdrukt.’

Het is een duidelijke illustratie van de schadelijke absurditeit van het Noord-Koreaanse schouwspel van een maatschappij die als officieel motto ‘Wij hebben niets te benijden’ heeft. Geen wonder dat in het verhaal ‘Op het toneel’ een 23-jarige man die netjes doet wat hem wordt opgedragen door een kritischer ingestelde kennis een ‘acteur in zijn drieëntwintigste jaar als dramastudent’ wordt genoemd. Maar zelfs de scepticus in Noord-Korea, die stiekem twijfelt aan het waarheidsgehalte van de staatspropaganda, ontbreekt het doorgaans aan externe informatie over hoe de wereld buiten het ‘kluizenaarskoninkrijk’ eruitziet.

Behalve de zwaarte van het leven in Noord-Korea zien we ook gezinnen die met relatief kleine meevallertjes tevreden zijn. En een enkele keer komt er wat galgenhumor naar voren waarmee de ernst van de zaak iets verlicht wordt, zoals een groep ondervoede toneelspelers die onderling grapt ‘dat hun navel zeker verliefd was op hun ruggengraat, aangezien de twee er duidelijk naar smachtten elkaar te kussen’. Humor als medicijn dus, die even later wanhopige vormen aanneemt. ‘[Zo]als gewoonlijk in een situatie waarbij diepe woede moest worden onderdrukt, rolden we al over de grond van het lachen als iemand zelfs maar een beetje vreemd hoestte. Het leek bijna een soort lachziekte.’

De voornaamste verdienste van De aanklacht is dat de hoofdpersonen autonome personages zijn met eigen gedachten, verlangens, angsten en kritieken. Ze geven de lezers individuele oordelen over het leed dat hun wordt aangedaan en de ambtenaren die hier verantwoordelijk voor zijn. Hier zien we Noord-Koreaanse burgers eindelijk eens als ‘echte’ mensen met dezelfde wensen en gedachten als personen elders.

Een welkome afwisseling, aangezien zij door westerse observanten (die doorgaans nog nooit een Noord-Koreaan gesproken hebben) meestal worden neergezet als gehersenspoelde robots die blind alles geloven wat de bombastische staatspropaganda over hen uitstort. Dit ontmenselijkte mensbeeld leidt ertoe dat de humanitaire situatie in Noord-Korea vaak abstract blijft, omdat de mensen geframed worden als een soort dierentuindieren. De concrete situaties waarin Bandi zijn personages situeert, zijn instructief.

Hoewel de verhalen allemaal een duidelijke boodschap bevatten – het Noord-Koreaanse bewind tergt zijn onderdanen, die daar intens onder lijden – zijn zij zeker niet eendimensionaal. Bandi’s literatuur is niet alleen interessant vanwege haar unieke oorsprong. De schrijfstijl en plot van de meeste verhalen zijn kwalitatief hoogwaardig genoeg om een publiek wereldwijd aan te spreken en laten alleen bij ‘Pandemonium’ wat te wensen over. De toon kan wat dramatisch zijn voor een westerse lezer, maar is voor een (Noord-) Koreaanse auteur niet ongebruikelijk.

Het boek is vertaald vanuit een Engelse vertaling, wat uiteraard niet optimaal is – maar ook bijna onvermijdelijk, gezien het grotendeels ontbreken van Koreaans-Nederlandse vertalers. Het is vertaalster Linda Broeder gelukt om dicht bij de originele tekst te blijven, met de toon en sfeer die Bandi probeert neer te zetten.

Over Bandi is weinig bekend, behalve dat hij in Noord-Korea een vermaard auteur is, lid van de schrijversbond die boeken produceert in opdracht van de staat. Hij werd geboren in de jaren veertig en schreef De aanklacht tussen 1989 en 1995, toen zijn vaderland te kampen kreeg met toenemende armoede en voedseltekorten. In een Frans tijdschrift werd hij recent al de ‘Solzjenitsyn van Pyongyang’ genoemd, naar de Russische dissident die in de jaren zestig en zeventig in romans beschreef wat het tirannieke Sovjetbewind deed met de gewone Rus.

Drie Noord-Korea’s

De Noord-Koreaanse vluchteling Jang Jin-sung zei in 2014 tijdens een lezing in Leiden dat er niet één, maar drie Noord-Korea’s bestaan. Allereerst is er het land van de staatspropaganda, waar iedereen gelukkig is onder het paradijselijke bewind van Kim Jong-un. Dan is er het Noord-Korea uit veel westerse media, met onzinverhalen over eenhoorns, executies door 120 hongerige honden en burgers die allemaal hetzelfde curieuze kapsel als de leider moeten dragen.

Voor het derde, échte Noord-Korea – een keiharde, armoedige en totalitaire maatschappij waarin 25 miljoen burgers zich staande proberen te houden – wilde Jang graag meer aandacht. Bandi, die zich als vertolker opwerpt van het leed en de repressie waar gewone Noord-Koreanen onder zuchten, is daar in De aanklacht met verve in geslaagd.

Beoordeling: 4 van de 5 sterren. Het boek De aanklacht is nu verkrijgbaar in de boekhandel.

Een eerdere versie van deze recensie verscheen op 22 september 2017 in NRC Handelsblad.

Test waterstofbom is geen direct dreigement, wel gruwelijk scenario

„De strengste tegenmaatregel in de geschiedenis.” Deze dreigende, zij het wat omfloerste bewoordingen uitte de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un vrijdag aan het adres van de Amerikaanse president Donald Trump, die hij uitmaakte voor „geestelijk gestoorde, seniele bejaarde”.

anp-53358653

Noord-Korea deed drie weken geleden zijn krachtigste test met een waterstofbom tot nu toe, met een geschatte kracht van 100 tot 250 kiloton. Kim Jong-un zei vrijdag dat de dreigementen van Trump hem ervan hebben overtuigd dat Pyongyang ter verdediging kernwapens nodig heeft. „Het pad dat ik heb gekozen is het juiste en ik zal dit volgen tot het eind”, aldus Kim.

Wat de tegenmaatregel inhield zei Kim niet, maar de Noord-Koreaanse minister van Buitenlandse Zaken Ri Yong-ho opperde dat Pyongyang weleens een waterstofbom zou kunnen testen boven de Stille Oceaan. Hij voegde hieraan toe dat het uiteindelijk aan Kim was om het groene licht voor een dergelijke actie te geven.

Gruwelijk scenario

Geen direct dreigement dus, wel een gruwelijk nieuw scenario waarop gezinspeeld wordt. Pyongyang heeft kernwapens en intercontinentale raketten (ICBM) die vrijwel het hele Amerikaanse vasteland kunnen treffen. De Noord-Koreanen beweren dat hun atoombommen klein genoeg zijn om op een projectiel te monteren, maar zij hebben dit nog niet laten zien. Een test boven de Stille Oceaan zou kunnen bewijzen dat Pyongyang inderdaad Los Angeles of Chicago kan treffen met een waterstofbom. Het Amerikaanse leger gaat er overigens vanuit dat Noord-Korea de capaciteit bezit.

Noord-Korea is het enige land dat in de 21ste eeuw een kernwapen heeft getest. Alle zes proeven vonden ondergronds plaats. Mocht Pyongyang inderdaad een atoomwapen boven de Stille Oceaan tot ontploffing brengen, is dit de eerste bovengrondse kernproef binnen de aardatmosfeer sinds 1980.

Juche Bird

De mogelijke test wordt door analisten aangeduid als ‘Juche Bird’, een verwijzing naar de Amerikaanse raketproef uit 1962 die de codenaam ‘Frigate Bird’ droeg. Toen lanceerden de VS een raket met kernkop vanaf een onderzeeër in de Stille Oceaan, waarbij een waterstofbom met een kracht van 600 kiloton hoog boven de zee tot ontploffing werd gebracht. Het was de enige keer dat de Amerikanen een projectiel met nucleaire lading testten. Juche is de staatsleer van Noord-Korea.

Analisten verwachten overigens niet dat Noord-Korea snel de daad bij het woord zal voegen. De nucleaire ‘fallout’ en zelfs voor Noord-Koreaanse begrippen extreem provocerende aard van de actie zouden een militaire aanval op het land kunnen legitimeren, iets waar Kim Jong-un niet op zit te wachten. Pyongyang dreigt graag en gedijt goed binnen een gespannen situatie, maar het land wil niet daadwerkelijk in een oorlog verzeild raken. Het bewind zal alleen een gewapend conflict beginnen als het geen andere uitweg ziet.

Guam

Het regime lanceerde recent twee middellangeafstandsraketten (Hwasong-12) die over Japan vlogen. Daarmee wilde Pyongyang testen of en aantonen dat deze projectielen inderdaad de afstand kunnen afleggen naar het eiland Guam, waar Amerikaanse militaire bases gevestigd zijn.

Daarvoor lanceerde het communistische land raketten vooral in een zo verticaal mogelijke boog, zodat de werking en het bereik van de projectielen getest konden worden zonder dat die Noord-Koreaans territorium verlieten. De lanceringen over Japan braken met dit beleid.

De verwachting is dat Pyongyang eerst nog hun ICBM (Hwasong-14) met een ‘normaal’ vliegtraject testen voordat overgegaan wordt tot een actie à la ‘Juche Bird’. Ook dat wapen zal vermoedelijk over Japan worden gelanceerd, simpelweg omdat Noord-Korea niet veel andere kanten uit kan schieten.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 22 september op de website van NRC